De muziek van een land dat bij het westen aanhaakt.
Rond 1700 had Peter de Grote het wel gehad met zijn land. Oorlogen met westerse landen werden op technische achterstand verloren, de hoogste edelen zag je met woeste baarden rondlopen en er was in het hele land nog geen fatsoenlijk schilderij te vinden. Nee, Rusland moest maar eens resoluut aansluiting zoeken met de westerse cultuur en wetenschap.
Om dat te bereiken verlegde Peter zijn residentie naar Sint-Petersburg, een nieuwe stad aan de Oostzee en voor westerlingen een stuk gemakkelijker te bereiken dan Moskou. Hier kon het nieuwe Rusland worden opgebouwd zoals Peter het wilde: een centrum van barokke cultuur en moderne wetenschap, los van elke middeleeuwse erfenis.
Het spreekt vanzelf dat ook westerse opera zijn plaats had aan het Russische hof. Vooral Peters opvolgsters, de tsarina’s Anna, Elizabeth en Catharina (de Grote), stimuleerden het operaleven door verschillende Duitse componisten naar de Nevastad te halen. In 2014 bracht de Italiaanse Cecilia Bartoli een cd uit, waarop een selectie van Petersburgse opera-aria’s klonk. De meeste daarvan zijn in het Italiaans, maar één opera, Al’tsesta van Hermann Raupach, is Russischtalig. De gelegenheid om Bartoli in het Russisch te horen zingen willen we u niet onthouden.
Aan het hof klonk natuurlijk ook instrumentale muziek. Een van de opmerkelijkste meesters is vioolvirtuoos Ivan Chandrotsjkin. Als een van de weinigen in de klassieke tijd schreef hij sonates voor onbegeleide viool. De muziek is niet bijzonder Russisch, maar wel uniek in zijn gedurfde virtuositeit.
Niet alle Russen waren even blij met de culturele dominantie van het westen. Velen vonden de westerse muziek te kil, te veel op virtuositeit en te weinig op gevoel gericht. Dat verwijt trof vooral de opera. Zulke critici hielden meer van het melodrama, waarin het toneelspel direct door acteurs wordt voorgedragen en door het orkest van passende, niet aan vormschema’s gebonden muziek wordt voorzien. Alleen op de hoekpunten is er een koor dat zingt, net als in de Griekse tragedie.
Een Russische componist van melodrama’s is Jevstignej Fomin, wiens Orfej i Evridika we vandaag horen. Vooral de koren in zijn drama’s vallen op: traag, laag en eentonig declameren de zangers hun emotioneel geladen tekst. Het klinkt enorm dramatisch, enorm… Russisch. De buitenissige muziek waarmee het land in de negentiende eeuw bekend zou worden, heeft hier zijn oorsprong.
Afspeellijst
1. Hermann Raupach – “Idoe na smjert” (Ik ga de dood tegemoet) en “Razverzi pjos gartani” (Hond, sper je muil open!) (uit Al’tsesta)
2. Ivan Chandrosjkin – Sonate voor viool solo nr. 2 in Es
3. Jevstigenej Fomin – Orfej i Evridika (delen)