Aflevering 1430. In deze Bachweek horen we seculiere cantates uit 1733, 1734 en 1742, zoals de Koffie- en Boerencantate. Vandaag beginnen we met cantate “Preise dein Glücke, gesegnetes Sachsen” BWV 215.
De cantate “Preise dein Glücke, gesegnetes Sachsen” BWV 215 is, zoals het BWV-nummer boven de 200 al aangeeft, een wereldlijke, niet-kerkelijke cantate.
Bach schreef de cantate als huldigingsmuziek voor een openluchtuitvoering op de markt te Leipzig, op 5 oktober 1734, ter ere van het bezoek van de Saksische keurvorst en Poolse Koning August III.
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
1. Cantate “Preise dein Glücke, gesegnetes Sachsen” BWV 215, geschreven voor Gelukwens op 5 oktober 1734
– Chor Preise Dein Glücke, Gesegnetes Sachsen
– Rezitative (Tenor) Wie Können Wir, Großmächtigster August
– Arie (Tenor) Freilich Trotzt Augustus’ Name
– Rezitative (Bass) Was Hat Dich Sonst, Sarmatien, Bewogen
– Arie (Bass) Rase Nur, Verwegner Schwarm
– Rezitativ (Sopran) Ja, Ja! Gott Ist Uns Noch Mit Seiner Hülfe
– Arie (Sopran) Durch Die Von Eifer Entflammeten Waffen
– Rezitativ (Sopran,Tenor,Bass) Laß Doch, O Teurer Landesvater
– Chor Stifter Der Reiche, Beherrscher Der Kronen
Miriam Feuersinger, sopraan. Daniel Johannsen, tenor. Peter Kooij, bas. Koor en orkest van de J.S. Bach-Stiftung olv. Rudolf Lutz
Lees hier meer over cantate BWV 215.
2. Cellosuite nr. 6 in D-groot BWV 1012
-I Prélude
-II Allemande
-III Courante
-IV Sarabande
-V Gavotte I
-VI Gavotte II
-VII Gigue
Saeunn Thorsteinsdottir, cello
3. uit cantate “Lobet Gott in seinen Reichen”, BWV 11
– Aria: “Ach, bleibe doch, mein liebstes Leben”
Alexander Chance, countertenor. Freiburger Barockorchester en Vox Luminis olv. Lionel Meunier
Op afbeelding: August II en III op de Fürstenzug in Dresden (bron: Wikipedia)
