Aflevering 1185. Op de donderdag en vrijdag horen we cantates van een 33-jarige Johann Sebastian toen hij in Köthen ging werken. Hier schreef hij naast wereldlijke cantates ook de cellosuites en werken voor viool. Vandaag beginnen we met de bruiloftscantate “Weichet Nur, Betrübte Schatten” BWV 202, die Bach waarschijnlijk in 1720 schreef.
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
1. Cantate “Weichet Nur, Betrübte Schatten” BWV 202
– Weichet Nur, Betrübte Schatten
– Die Welt Wird Wieder Neu
– Phoebus Eilt Mit Schnellen Pferden
– Drum Sucht Auch Amor Sein Vergnügen
– Wenn Die Frühlingslüfte Streichen
– Und Dieses Ist Das Glück
– Sich Üben Im Lieben
– So Sei Das Band Der Keuschen Liebe
– Gavotte Sehet In Zufriedenheit
Carolyn Sampson, sopraan. Freiburger Barockorchester olv Petra Müllejans
(cd Bach Cantatas For Soprano)
Lees hier meer over cantate BWV 202.
2. Cellosuite nr.6 in D-groot, BWV 1012
– Praeludium
– Allemande
– Courante
– Sarabande
– Gavottes 1 & 2
– Gigue
Viola de Hoog, 5-snarige cello (Bohemen, ca.1780)
(cd Bach The 6 Cello Suites, Vivat)
3. Uit “Weichet Nur, Betrübte Schatten, BWV 202
– 1. Aria “Weichet Nur, Betrübte Schatten”
Anna Prohaska, sopraan. Lautten Compagney olv. Wolfgang Katschner
(cd Bach – Redemption)
Op afbeelding: Dans voor een fontijn (door Nicolas Lancret, Getty Center)
Samenstelling & presentatie:
