Genre: Barok
Componisten/uitvoerenden: Andrea Falconieri | Heinrich Ignaz Franz von Biber
Opnametechniek: Kees Bijl
Voor katholieken begint het leven met de dood.
Op het Festival Oude Muziek 2004 werden de Rozenkranssonates van Heinrich Ignaz Franz von Biber weer eens uitgevoerd. Zestien stukken waarin de katholieke leer op een intense en extravagante manier wordt verklankt door een steeds weer anders gestemde viool met de moeilijkste partijen.
De eerste vijf sonates draaien om episodes uit het vroege leven van Jezus: de gebeurtenissen die we vooral met kerstmis associëren. In het tweede vijftal staat Jezus’ lijdensweg centraal: Witte Donderdag en Goede Vrijdag. In sonate elf tot en met vijftien horen we Jezus’ leven na de dood. De centrale leerstelling voor christenen en daarom uit theologisch oogpunt het belangrijkste deel van de cyclus. Elk deel is met één feestdag geassocieerd: de Wederopstanding (Pasen), de Hemelvaart, de uitstorting van de Heilige Geest (Pinksteren), Maria Hemelvaart en de kroning van Maria in de hemel. In de elfde sonate vinden we de meest rigoureuze scordatura (verstemming) van allemaal: de violist moet zijn d- en a-snaar omwisselen en gekruist op de stempinnen aansluiten! Niet vaak is instrumentale muziek zo theologisch in haar technische details…
Aan het slot van de cyclus komt nog een sluitstuk om u tegen te zeggen: een chaconne voor viool solo. Het enige stuk waarin de viool normaal gestemd wordt, maar ook het enige stuk waarin de viool het moet stellen zonder begeleiding. De vaardigheid die dat vraagt van componist en violist is verre van normaal. Eén enkele viool moet zorgen voor melodie, harmonie en baslijn, en het geheel moet voor mensenhanden te spelen zijn. Is Bibers prestatie nadien nog overtroffen? Dat moet dan wel de grote Bach zijn geweest, die decennia later zijn Sonate nr. 2 voor viool solo met een al even weergaloze chaconne afsloot.