Genres: Barok | Classicisme | Rococo / preklassiek
Componisten/uitvoerenden: Carl Philipp Emanuel Bach | Georg Philipp Telemann | Jean Philippe Rameau
Opnametechniek: Johan Ketelaar
Je kunt jezelf wel “Bachsolisten” noemen, na een tijdje wil je toch wat anders spelen.
In dit concert uit begin 1990 blijven de Amsterdamse Bachsolisten dicht bij huis. Ze spelen Telemann, Bachs grote tijdgenoot die al te lang als oppervlakkige veelschrijver werd weggezet. In de instrumentale suite, die hij meestal ‘ouverture’ noemt, is Telemann helemaal in zijn element. Hij zou er wel duizend geschreven hebben. Daarvan is maar een fractie bewaard gebleven, maar zelfs met deze fractie kunnen musici hun leven lang toe.
De suite – de naam zegt het al – komt uit Frankrijk. Bij Rameau, ook al een tijdgenoot, horen we de suite dan ook in zijn natuurlijke habitat. Anders dan bij Telemann zijn Rameaus suites gemaakt van dansen uit zijn opera’s, in dit geval uit Dardanus. Zijn weelderige dansmuziek kan echter prima op zichzelf staan.
Bachs kinderen werden ook componisten, dat is bekend. Uitmuntende componisten zelfs, die een zwaar stempel op de muziekgeschiedenis drukten. Carl Philipp Emanuel Bach was de meester van het sentiment, van de bijzondere effecten in een tijd dat de meeste componisten alleen maar simpeler gingen componeren. Hij werd het grote voorbeeld van de generatie(s) na hem. Bijvoorbeeld van Haydn, die Emanuels grillige Empfindsamkeit stroomlijnde tot wat we de Klassieke Stijl zijn gaan noemen.