Drie giganten uit de freejazz gaan de strijd met elkaar aan. Meer aanbeveling heeft een liefhebber niet nodig.
Klinkende namen in het Eindhovense Muziekcafé Wilhelmina. Vincent Cortois, de Fransman die van de klaaglijke, romantische cello een jazzkanon maakt dat zich met de bas kan meten. Sylvie Courvoisier, de pianiste die duidelijk maakt dat Zwitserland helemaal niet zo keurig en precies hoeft te klinken. En Ellery Eskelin, die niet alleen de gekste dingen met zijn saxofoon doet, maar zijn improvisaties ook zo logisch kan opbouwen alsof ze gedrukt staan.
Alle drie hebben deze muzikanten een serieuze staat van dienst in de freejazz. Een genre voor ingewijden, dat in de oren van buitenstaanders vaak als piepknor klinkt. Maar schijnt bedriegt natuurlijk. Vooraf wordt er duidelijk afgesproken wat er wel en niet mag en wanneer er secties voor alleen- en samenspelen komen. En de musici zijn dag en nacht bezig met hoe ze hun solo’s het beste kunnen indelen – niet volgens de wetten van de traditionele muziek, maar volgens eigen, zelfbedachte wetten. Als u uw oren goed de kost geeft, hoort u bijvoorbeeld hoe Eskelin de verschillende klankkleuren uit zijn instrumenten ordent. Of hoe Courvoisier haar atonale soli polyfoon gestalte geeft. Van tijd tot tijd klinkt er ook een duidelijk signaal: nu hebben we lang genoeg dit gedaan, nu gaan we dat doen. Zodoende komt er afwisseling en structuur in de twee improvisaties, die allebei rond een halfuur afklokken. Het is intens, het vraagt alle aandacht, maar het loont zo de moeite als je goed luistert!