Genre: Neoclassicisme
Componisten: Benjamin Britten | Bohuslav Martinû | Elizabeth Maconchy | Francis Poulenc | Kurt Weill
Opnametechniek: Wijnand de Groot
In het Interbellum vervaagden de grenzen tussen hoge en lage cultuur. Er kon ineens veel wat vroeger nooit mogelijk zou zijn geweest.
Natuurlijk, negentiende-eeuwse componisten verwerkten de volksmuziek, die de muziek van hun eigen land, in hun eigen composities. Maar het domein van de amusementsmuziek, van cabaret, van liedbladen die op de markt verkocht werden en in rokerige cafés ten gehore werden gebracht… daar bleef de serieuze muziek vanaf.
In de jaren twintig en dertig zochten veel componisten die muziek juist bewust op. Heel vaak zochten ze inspiratie bij de jazz, die nieuwe populaire muziekstijl die alle andere muziek deed vergeten. Kurt Weill werd er beroemd mee. Denk alleen maar aan zijn Dreigroschenoper. Hier horen we hem een stuk kleinschaliger, in de kamercantate Der neue Orpheus. Bohuslav Martinů en Benjamin Britten zijn niet zo gemakkelijk onder één hoedje te vangen, maar Britten laat zich in zijn Cabaret songs van zijn populairste kant zien. Een geestverwante van Britten was Elizabeth Maconchy.
Maak u op voor een concert met prikkelende, maar nooit het oor kwetsende muziek. Muziek zonder grote pretenties, maar die u wel wil laten luisteren!