Componisten/uitvoerenden: Johann Sebastian Bach | Johannes Brahms | Maarten Altena
Opnametechniek: Sabrina ter Horst
Een strijkkwartet, dat kennen we. Maar wat als je nou aan vier solostrijkers niet genoeg hebt?
Met een strijkkwartet kun je fantastische dingen doen: de klank heeft genoeg eenheid, genoeg diepgang en genoeg variatie om een uur lang spannend te blijven. Wil je meer variatie en klankrijkdom, dan zit je al gauw aan een heel orkest vast. Maar sommige componisten willen toch iets tussen het strijkkwartet en het orkest in. Dan kun je kiezen voor strijkkwintetten, -sextetten of zelf -septetten.
Brahms experimenteerde een paar keer met grotere strijkersensembles. Hoewel: experimenteren is eigenlijk niet het goede woord. Bij Brahms staat altijd elke noot op de juiste plek, en is de gevoelswaarde van elk moment zorgvuldig overwogen. Het Tweede strijksextet, geschreven in 1864 en 1865, is daar geen uitzondering op. De typische Brahms-sound, om het zo maar te zeggen, klinkt er van alle kanten in door. Soms zorgen de strijkers voor een volle klank die meer instrumenten suggereert, dan weer vallen ze uit elkaar in rijke soli.
Maarten van Altena schreef speciaal voor dit ensemble een septet, waarin behalve twee violen, altviolen en celli ook nog een contrabas meespeelt. Dat begint al aardig op een orkest te lijken. Vaak behandelt Van Altena de strijkers ook als een soort orkest, maar even vaak laat hij de structuur weer uit elkaar vallen. Er wordt zorgvuldig op toegezien dat alle zeven instrumenten aan bod komen. Zo prozaïsch als de titel is (3×2+1), zo beeldend is de muziek. De rijkdom aan dramatische contrasten van de romantiek wordt gecombineerd met een modern idioom. In deze omgeving horen we de zeven instrumenten niet alleen klinken, maar ook spreken, met elkaar in dialoog gaan, soms tegen elkaar in, maar uiteindelijk toch in harmonie.
Bach schreef in zijn leven honderden fuga’s. Daarvan is er precies één zesstemmig. De tweede fuga uit Das musikalische Opfer – die Bach trouwens ouderwets ‘Ricercare’ noemt is bedoeld voor klavier, maar met zes strijkers gaat dat toch gemakkelijker dan met twee handen. Dat is fijn voor EnsembleCaméléon, dat dit stuk uitvoert. Volgen waar de zes verschillende stemmen lopen en waar ze naartoe gaan is veel gemakkelijker nu je de stemmen aan één instrument kunt koppelen.
EnsembleCaméléon werd in 2002 opgericht door strijkers uit diverse grote symfonieorkesten. Hun programma’s bevatten vaak opdrachtcomposities van levende componisten, maar altijd in combinatie met ouder werk