Genre: Romantiek
Componisten/uitvoerenden: Antonín Dvorák | Camille Saint-Saëns | Ernest Bloch | Johannes Brahms | Michail Glinka
Opnametechniek: Joost Kist
Het pianotrio staat voor verfijnde, beschaafde muziek, al is er natuurlijk op elke regel een uitzondering. Hoe zit dat in dit recital?
Het pianotrio komt voort uit een bepaald type sonate dat midden achttiende eeuw populair was: de piano doet het meeste werk, de viool speelt de hoofdzaak van de melodie mee en de cello speelt alleen de baslijn. De cello kon desnoods gemist worden, de viool vaak ook. Deze flexibiliteit en de beperkte moeilijkheidsgraad maakten het genre geschikt voor de amateurmarkt. Gaandeweg gingen componisten wel ambitieuzere trio’s schrijven – het bloed kruipt immers waar het niet gaan kan – maar het aura van Apollinische huiselijkheid bleef.
Dit is nog goed te merken in de werken die het Erasmus Trio hier opvoert. We horen Russische volksliederen en nocturnes – eenvoudige werken die geen grote zalen eisen of het maximale van onze aandacht vragen. ‘Hoofdact’ op dit concert is het trio opus 18 van Saint-Saëns. Ook hij vraagt zelden onze maximale aandacht. Deze componist was in zijn lange leven vooral navolger en had niet de aanleg om met zijn muziek te schokken of op te schudden. Maar met dit vroege werk stond hij nog volop in voorhoede. Deze muziek deed ertoe, zoals Brahms en Dvořák ertoe deden.