Componisten/uitvoerenden: Anton Webern | Arnold Schoenberg | Thomas Adès
Opnametechniek: Cees Sterrenburg / Diederik Geijtenbeek
Het is prachtig hoor, componist zijn, maar soms ben je niet te benijden. Als je geen inspiratie meer hebt, bijvoorbeeld.
Webern had zijn leven lang de grootste moeite om muziek te produceren. Net als zijn leermeester Schönberg en zijn medeleerling Berg wilde hij de tonaliteit loslaten. Maar wat dan? Hoe schrijf je nieuwe muziek die de moeite van het luisteren een beetje waard is? Weberns werken, zijn vaak extreem kort: ze zijn voorbij voor je het weet. Maar als je de moeite neemt om goed te luisteren word je er intens door gegrepen. Webern vraagt opperste concentratie van de spelers, die in elke noot de uiterste expressie moeten leggen. Hier horen we, naast werken uit zijn middelperiode en late periode, ook zijn vroege werken, uit de tijd dat hij nog niet atonaal componeerde.
Thomas Adès heeft een ander probleem: hij leeft nu. In onze tijd hebben componisten al uitentreuren voorgedaan hoe je tonaal of atonaal kunt componeren – wat heb je daar nog aan toe te voegen? In zijn Strijkkwartet Arcadiana lijkt hij terug te kijken op betere tijden: de eeuwen dat je nog toegankelijk mocht componeren en ermee wegkwam. Adès speelt bijvoorbeeld toe op de muziek van Mozart, maar hij verknipt het zo dat je het niet of nauwelijks merkt zelfs al let je erop. Ook Darknesse Visible, een van zijn bekendste werken, verwerkt oudere muziek – in dit geval een lied van Dowland. Verder treffen we Adès’ Pianokwintet aan, geschreven in 2000 en intussen alweer een moderne klassieker die regelmatig wordt uitgevoerd.