Wat doen we als we meer bas willen? Dan bellen we de Hein van de Geynleyn!
Jazzliefhebbers, en zeker bassisten, weten wat ze hebben aan deze naam. De man die, wat ons landje betreft, de definitie heeft gesteld van wat een bassist moet kunnen, moet doen en moet willen. Van een melodie-instrument – de viool – ging hij via een harmonie-instrument – de gitaar – over naar de bas. Hij kent het muziekbedrijf vanuit alle hoeken – en neemt daarom niet altijd genoegen met een rolletje in de ritmesectie.
Van de Geyn is niet alleen bandleider – dat zijn bassisten en drummers wel vaker – maar eist ook voor de schermen de hoofdrol op. In vele nummers is hij de enige uitvoerende, in andere speelt hij alleen met zijn drummer. Slecht in een deel van de tracks roept hij de hulp in van gitarist Ed Verhoeff, en ook dan moet deze de solorol delen. In de composities in de hand van Van de Geyn minder alomtegenwoordig. Weliswaar sluit hij af met drie eigen stukken, maar we horen ook de blues – en John Coltrane, wiens “Naima” en “A love supreme” samen met “Contemplation” van Art Blakey in een medley verschijnen.