Het Zetterij W. Groot Concert

De hobo werd rond 1700 ontwikkeld uit de schalmei, een zeer nederig volksinstrument dat steevast met herders werd geassocieerd. Het instrument sloeg in als een bom. Het combineerde de heldere klank van de trompet met de wendbaarheid van de fluit. In de achttiende eeuw kon het niet op: hoboconcerten, hobosonates, hoboduetten en zelfs werk voor hobo helemaal alleen. Pas tegen het eind van de eeuw begon de klarinet de rol van muzieklieveling over te nemen.

In dit concert horen we triosonates voor twee hobo’s en bas, duetten voor twee hobo’s en stukken voor hobo solo. Het programma omspant grofweg twee generaties. Als eerste die van Vivaldi, Bach, Händel en Telemann, wiens volkomen onbekende hobosolosonates een ware ontdekking vormen. Verder horen we de rococo van Quantz en Bachs oudste zoon Wilhelm Friedemann Bach. Hoeveel zij te danken hadden aan hun illustere voorgangers, wordt al snel duidelijk.