Innig, fijnzinnig en indringend
25 februari 2007, Burgerzaal van het Bloemendaalse Raadhuis
Genre: Strijkkwartet
Componisten/uitvoerenden: Alban Berg | Arnold Schoenberg | Ludwig van Beethoven | Micha Hamel
Opnametechniek: Marcel Reijnen
Het strijkkwartet heeft een lange en schatrijke geschiedenis. En er valt nog zoveel aan toe te voegen, zo blijkt hier wel.
Het was dé ontdekking van Haydn: het strijkkwartet, oorspronkelijk een uitgekleed strijkorkest voor bruiloften en partijen, bleek uitstekend geschikt voor subtiele muziek waarin alle vier de spelers tot hun recht kwamen en waarbij de luisteraar serieus aan het werk werd gezet. Tot in alle hoeken kreeg hij navolging. Ook de jonge Beethoven wilde niets liever dan Haydn nadoen. In 1801 had hij genoeg moed verzameld om zijn zes kwartetten opus 18 te publiceren. Op termijn zou Beethoven Haydn nog overtreffen als de grootste strijkkwartetcomponist aller tijden, maar nu hangt de schaduw van de oude meester, destijds nog in leven en kortstondig als leraar bij Beethoven betrokken, nog duidelijk over de muziek heen.
Een dikke eeuw later komen we uit bij Alban Berg. Het strijkkwartet heeft al meerdere levens achter zich, al is het moeilijk om de klassieken te overtreffen. Maar nu is de muziek zelf zich grondig aan het vernieuwen. Berg hoort bij de Tweede Weense School – een school van radicale vernieuwers. Net als zijn meester Arnold Schönberg en zijn medeleerling Alban Berg is hij dol op het strijkkwartet. Mensen die naar een strijkkwartetrecital gaan zijn vaak geleerde muziekluisteraars, die wel een experimentje kunnen velen. In het kleine zaaltje is het doodstil en zit iedereen pal op de musici. Ineens zit je vol op deze muziek en zijn deze nieuwe klanken niet zo onbegrijpelijk meer.
Ook in onze eeuw heeft het strijkkwartet nog veel te vertellen. Het straalt traditie en klasse uit, de klank is redelijk neutraal, flexibel en niet te luid. Micha Hamel zet hier twee Franse teksten op muziek met strijkkwartetbegeleiding. Daarmee volgt hij de grote Schönberg na. Honderd jaar voor Hamel zette hij ook een sopraan voor een strijkkwartet. “Ich fühl’ die Luft anderer Planeten” liet Schönberg haar zingen, en daarmee leidde hij een nieuw tijdperk in. Hamel begint met zijn twee liederen geen nieuw tijdperk, maar laat wel horen hoe indringend en relevant het genre na meer dan twee eeuwen nog steeds klinkt.