Af en toe klinkt er wereldmuziek op Festival Oude Muziek. Deze keer horen we de eerbiedwaardige guqin, de unieke Chinese citer.
De hoofdmoot voor Oude Muziek blijft natuurlijk de renaissance en de barok, maar zo af en toe raken de programmeurs ook bekoord door uitheemse muziek. Zeker als het oud of voornaam is. Zodoende horen we nu Chinese klassieke muziek.
De guqin (‘koetsjin’), hier bespeeld door Sou Si-tai, is een citer, maar wel een bijzondere. De zeven snaren zijn gemonteerd op een holle buis die als klankkast dient. De snaren kunnen, zoals bij een luit of gitaar, met de vingers worden verkort. Het enige westerse instrument dat er een beetje op lijkt is de hommel (ooit van gehoord?).
Een oude Chinese spreuk luidt dat een heer niet zonder reden afscheid neemt van zijn guqin. En inderdaad heeft het instrument door de eeuwen heen talloze voorname bespelers gekend, onder wie diverse keizers en Confucius zelf. In dit concert horen we diverse stukken voor het instrument. De componisten zijn bekend – geen vanzelfsprekendheid voor wereldmuziek! – en lopen van de vijftiende tot de twintigste eeuw.