Jonge Nederlanders: Céleste Zewald
13 oktober 2002, Concertgebouw Amsterdam, Kleine Zaal
Componisten/uitvoerenden: Camille Saint-Saëns | Carl Maria von Weber | Claude Debussy | Jean Françaix | Leonard Bernstein | Rudolf Escher
Opnametechniek: Boris Nieuwenhuijzen
Klarinettiste Céleste Zewald brengt niet alleen haar instrument maar ook een hele stapel redelijk onbekende muziek mee.
De klarinet kwam in de achttiende eeuw tot wasdom en bekoorde generatie na generatie componisten. Velen schreven er wel een stuk voor. Helaas zijn de meeste klarinetsonates niet zo heel bekend geworden. Ze sluimeren in het kamermuziekcircuit en worden af en toe eens tot leven gewekt door een solist die repertoire zoekt. Afgezien van de werken van Brahms zal de gemiddelde concertganger ze niet zomaar kunnen meeneuriën.
Zo komt Céleste Zewald, anno 2002 nog piepjong en aan het begin van haar carrière, aan met stapels muziek die we misschien niet kennen maar eigenlijk wel horen te kennen. Carl Maria von Weber komt achter zijn reputatie van vooruitstrevend operacomponist vandaan en toont wat hij nog meer was: componist van opgewekte kamermuziek in vroegromantische stijl. Ook is er Rudolf Escher. We horen Debussy en een werk van Saint-Saëns – een laat werk, maar voor een conservatief als Saint-Saëns maakt dat nauwelijks uit: zijn stijl is weinig veranderd. Tot slot horen we Leonard Bernstein. Die kennen we vooral van… die ene musical, is het niet? Hier laat hij, voor de zoveelste keer, horen dat hij zoveel meer in zijn mars had. Net als Weber, feitelijk. Die cirkel is weer rond.