Wereldlijke cantates
BWV 214 – koninginnencantate, Dramma per musica. – werd geschreven ter gelegenheid van de verjaardag van Maria Josepha van Oostenrijk, echtgenote van August III, keurvorst van Saksen en koning van Polen. De cantate werd uitgevoerd op 8 december 1733, waarschijnlijk in het koffiehuis Zimmerman in Leipzig waar Bach geregeld optrad met zijn Collegium Musicum.
Bach schreef BWV 215 als huldigingsmuziek voor een openluchtuitvoering op de markt te Leipzig, 5 oktober 1734 ter ere van het bezoek van August III, keurvorst van Saksen en koning van Polen, die kort tevoren beide functies had overgenomen van zijn in 1733 overleden vader August der Starke.
In de jaren 30 van de 18e eeuw, schreef Bach een zestal felicitatiecantates voor het hof van Saksen. Mogelijk speelde hierbij mee, dat Bach solliciteerde naar een post aan het hof van Dresden, een functie die hij overigens nooit heeft gekregen.