Componisten/uitvoerenden: Armin Robledo | Federico García Lorca | Manuel de Falla
Opnametechniek: Kees Bijl
Carmen Linares is Spaans, net als Manuel de Falla en het Conjunto Iberico. Welke kant dit concert op gaat, laat zich wel raden.
“Ontmoeting met Carmen Linares” staat er op de poster van het concert. Die ontmoeting wordt georganiseerd door Conjunto Ibérico, het Amsterdamse cello-octet met Spaanse wortels. Wij Nederlanders worden geacht dat octet te kennen, maar Carmen Linares stellen ze graag even voor. Deze zangeres komt uit Andalusië en doet waar Andalusië goed in is: flamenco. Met deze muziek werd ze in het hele land bekend en geliefd – ook in het noorden, waar flamenco niet inheems is en lange tijd zelfs een beetje verdacht door zijn associatie met Franco en het nationalisme. Maar ook een Bask als Elias Arizcuren valt voor haar charmes en haalt haar graag naar Carré.
Het programma bestaat uit flamencomuziek – of muziek die daarop teruggrijpt – gearrangeerd voor acht celli en zang. Centraal op het programma staat El amor brujo (“Liefde de tovenaar”) van Manuel de Falla – een ballet met zang over een verliefde zigeunerin, overvol met Andalusische folklore. Ook De Falla’s Zeven Spaanse volksliederen verschijnen, en van Armin Robledo horen we een stuk met de naam Nómadas. De clichés liggen voor de hand, maar zijn bij De Falla ook in goede handen. Hoewel er geen andere instrumenten dan de cello spelen, kunnen we de gitaar en castagnetten wel horen. Olé!