Mantra
Mantra is een stuk voor twee piano’s en voor sommigen een van de belangrijkste naoorlogse composities en in ieder geval een hoogtepunt in Stockhausen’s oeuvre. Het stuk is typerend voor de richting die de componist rond 1970 is ingeslagen. In die periode werd de spirituele dimensie steeds belangrijker en deed een meditatieve kwaliteit haar intrede in de muziek.
Stockhausen ontwikkelde Mantra voor de gebroeders Alfons en Aloys Kontarsky, die het in 1970 tijdens het festival van Donaueschingen in première brachten.
Mantra is gebouwd op één toonreeks, die alle twaalf halve tonen van het octaaf bevat. Uit deze Formel (Formule) destilleert hij 13 variaties, die blijven verrassen: het is zelfs lastig de kernformule in al die verschijningsvormen te ontwaren.
De klankvariatie is enorm, want de pianisten bespelen niet alleen de toetsen van hun vleugel, maar ook slagwerk. Tegelijkertijd worden hun klanken door een ringmodulator vervormd, wat betoverende en vervreemdende effecten oplevert.