Negen pianosonates heeft Sergej Prokofjev geschreven, uitgesmeerd over zijn hele carrière. In dit concert worden ze allemaal uitgevoerd.
Binnen het Peter de Grote Festival van 2011 liep een serie concerten met de naam ‘Mozart in tijden van vervolging’. Dit is het eerste concert ervan. Hè? Wat hebben deze twintigste-eeuwse Russische stukken nou met Mozart te maken? Veel, als je het aan Prokofjev vraagt. Net als wel meer van zijn tijdgenoten liet hij zich zwaar inspireren door de klassieke periode.
Kun je dat horen? Misschien. Prokofjev gebruikt Mozart en Haydn als inspiratie voor de vorm, voor het ritme, voor de melodie en voor een geest van klaarheid en bondigheid die het geheel overkluist. Maar de inhoud is onmiskenbaar modern. Bijtend modern vaak zelfs. Na de revolutie werd hij dan ook toegejuicht om zijn revolutionaire muziek. Maar in de jaren dertig kwam hij steeds meer in de problemen met het regime. De Tweede Wereldoorlog bood tijdelijk soelaas – de staat had wel wat anders aan zijn hoofd dan zich met kunst te bemoeien – maar echt vrij werd hij nooit meer. Prokofjev overleed op exact dezelfde dag als Stalin en heeft de dooi onder Chroesjtsjov dus niet mogen meemaken.
In dit marathonconcert van bijna drie uur horen we, onder de handen van steeds weer een andere pianist, hoe Prokofjevs stijl zich ontwikkelde. Van het bijtende jongehondenmodernisme van zijn eerste sonate uit 1909 tot de bedaagde, klassiek evenwichtige laatste sonate uit 1947, altijd is er die spanning tussen de vorm, die orde uitstraalt, en de inhoud, die alle kanten op wil. Het is of we de mens Prokofjev ouder horen worden, hoe hij meegaat met zijn leeftijd en zijn omgeving maar toch zichzelf blijft.