Componisten/uitvoerenden: Béla Bartók | Fjodor Droezjinin | Igor Stravinski | Paul Hindemith
De altviool maakte in de twintigste eeuw een inhaalslag als solo-instrument. Des te beter voor Raphael Hillyer.
De altviool moest twee eeuwen lang overleven in de slagschaduw van haar jongere zusje, de viool. Vulstemmen, daar was het instrument goed voor. Pas laat ontdekten componisten het matte, donkere geluid waarmee het instrument zo prachtig de kloof tussen de viool en de cello dicht. Er kwamen altviolisten die solo optraden en, wanneer nodig, ook hun eigen muziek schreven. De Rus Fjodor Droezjinin was er een voorbeeld van. Ook grote componisten hebben het instrument bedacht, zoals Paul Hindemith en Béla Bartók. Van die laatste horen we hier een sonate die oorspronkelijk voor viool is geschreven, maar die op altviool uitstekend tot haar recht komt. Stravinski had niet zo’n sterke band met het instrument, maar schreef in 1944 wel zijn Élégie voor solo-altviool, die Bartók trouwens kort voor zijn dood nog gehoord heeft.