Componisten/uitvoerenden: Arnold Schoenberg | Arnold Schönberg | Béla Bartók | Claude Debussy | Edward Elgar | Ludwig van Beethoven | Maurice Ravel | Pjotr Iljitsj Tsjaikovski
Opnametechniek: Sabrina ter Horst
Een nieuw concert in de serie New Masters on Tour. Wat staat er deze keer op het programma?
Hongaarse en Baltische namen staren ons van het programma aan. Brengen die ook Midden-Europese muziek mee? Nee, deze keer treffen we vooral namen uit het ijzeren repertoire na. Componisten die de muziek sterk hebben gerevolutioneerd en daarom nu alom gevierd worden.
Maar een revolutie hoeft niet altijd met harde hand en helse klanken. Neem nou de 31e pianosonate van Beethoven. Ze werd lang zo bekend niet als de Hammerklaviersonate (opus 106) of de 32e sonate (opus 111), en dat komt waarschijnlijk door de ingetogen muziek. Maar op haar manier is deze sonate net zo modern als haar zusters. Het begindeel doet ons aan Schubert denken. Na een smartelijk arioso volgt er een fuga in Beethovenstijl – niet zo ellenlang en moeilijk als die van de Hammerklaviersonate, maar zeer eigenzinnig en onvoorspelbaar.
Ook Debussy en Ravel zijn revolutionairen met een zachte hand. Debussy was een tijdlang zo’n beetje de modernste componist ter wereld. Maar doet zijn muziek echt pijn? Snijden zijn dissonanten en modale experimenten je door de ziel? Eigenlijk niet. Je oren raken geprikkeld van de klanken die ze zelden of nooit gehoord hebben, maar ze nemen er zelden aanstoot aan.