Een diva is ze, maar wel een onbekende. Gelukkig schittert ze in ons archief en kan ze nu ook stralen in de huiskamer van elke liefhebber.
De naam Rhiannon zei ons niets, tenminste niet op jazzgebied. We hadden een Welshe zangeres verwacht met een sterk folkachtig repertoire – iets met violen, blikken fluitjes en misschien ook wel een doedelzak. In plaats daarvan krijgen we een Amerikaanse die zich lijkt te hebben toegelegd op popliedjes. In deze set vinden we vooral ballads en andere rustige nummers. Tenminste: in hun oorspronkelijke setting zijn het rustpunten. Gekleed in een jazzmantel stralen deze nummers een stuk meer actie uit. Meteen al aan het begin wordt “Blackbird” omgetoverd tot een slepend, zwoel nummer. Later vinden we onder meer “I can’t make you love me”, dat zijn radiopopbasis zo ontstijgt.
Krijgen we dan een concert voor vocale smooth jazz, ideaal als achtergrond bij een diner voor zestigplussers? Niet helemaal. Rhiannon zorgt er wel voor dat haar vocale jazz jazz blijft. Vaak genoeg treedt ze terug om de band ruimte te geven voor inspiratie – of ze improviseert zelf scattend mee. Wie nu nog mocht twijfelen, kan zich ten volle laten overtuigen door de vierde track. Hier komt geen popnummer of ander voorbeeld aan te pas, dit is improvisatie en niets anders.