Af en toe is er op het Festival Oude Muziek ook plaats voor de negentiende eeuw. Paul Pleijsier brengt deze eeuw nu naar de Domtoren, met zijn gitaar.
Eind achttiende eeuw gebeurde er iets in de tokkelwereld. De luit vloog eruit, de gitaar kwam in de mode. In heel Europa. In Spanje, het land waar de gitaar vandaan kwam, werd de gitaarkunst geperfectioneerd – wat haar verspreiding over het continent natuurlijk alleen maar ten goede kwam. Zowel de gitaarbouw als de gitaartechniek gingen met sprongen vooruit. Omdat de gitaar destijds nog in ontwikkeling was, loont het de moeite om deze muziek eens op een instrument uit die tijd te horen. Hier wordt het interessant voor de Oude Muziekbeweging.
Een van de componisten die we met deze gitaarrevolutie associĆ«ren is Fernando Sor. Hebt u ooit klassiek gitaar leren spelen dan weet u wie hij is – als u tenminste een paar jaar hebt volgehouden. Zodra je het niveau van basisakkoorden en “er zat een vogel op het dak” ontstijgt, komt hij al gauw om de hoek kijken. Etudes op allerlei niveaus heeft hij geschreven, alsook voordrachtstukken. Pleijsier brengt ons het Concertstuk opus 54, en een zevental etudes. Ook zorgt hij voor een verhelderende inleiding (die u desgewenst kunt overslaan).