Steve Horowitz is vooral bekend als componist van filmmuziek. Wie zou vermoeden dat ook als uitvoerend musicus in het BIMHuis heeft gestaan?
Wie zoekt op de naam Steve Horowitz, vindt nauwelijks aanwijzingen dat de man zich met jazz heeft beziggehouden. Het bekendst werd hij door de muziek voor Super Size Me, een Oscarwinnende documentaire over fastfood. Verder schreef hij voor tv-series, games (de grote compositorische groeimarkt van onze tijd) en gewoon voor de concertzaal.
Maar kijk, in 2001 stond de man in het Bimhuis, met één andere Amerikaan en twee Nederlanders. De bezetting is eclectisch: Horowitz zelf speelt de basgitaar, anderen spelen vaak twee instrumenten, bijvoorbeeld sax en hobo. De muziek schiet alle kanten op en legt laagjes jazz, klassiek, pop en latin gerust over elkaar. Uit de chaos ontstaat altijd orde, omdat de musici precies weten wat ze doen. Allengs (nou ja, eigenlijk al heel spoedig) wordt duidelijk wat Horowitz in Amsterdam te zoeken had. Onze improscene, over de hele wereld bewonderd en door jazzmensen uit duizenden herkend door zijn speelse, taboeloze maar toch grondige benadering.
Dit is muziek op vakantie. Het lijkt of Horowitz even bevrijd wilde zijn van de gebruiksmuziek die hij normaal schrijft. Als filmcomponist heb je tot op de seconde nauwkeurig de juiste muziek bij de juiste scène te schrijven. Hier kan het alle kanten op en mag het alle kanten op. Een ook deze vorm blijkt hij uitstekend te beheersen.