Genre: Romantiek
Componisten/uitvoerenden: Frédéric Chopin | Johann Nepomuk Hummel | Sergej Tanejev
Opnametechniek: Cees Sterrenburg / Diederik Geijtenbeek
Een pianotrio heeft nooit gebrek aan repertoire. En het mag ook weleens buiten de gebaande paden.
Het pianotrio (piano, viool, cello) is een genre zoals het strijkkwartet en de vioolsonate: een standaardbezetting waar heel veel componisten voor schreven en waarvoor speciale ensembles werden opgericht. In de achttiende eeuw was het vooral een genre voor amateurs: de pianist moest een beetje gevorderd zijn, terwijl de viool- en cellopartijen eenvoudig bleven. In de negentiende eeuw emancipeerde het trio en werd het muziek voor de concertzaal. Hier horen we drie trio’s uit die eeuw, maar we laten Beethoven en Brahms een beetje links liggen.
We beginnen met Johann Nepomuk Hummel (1778-1837). Hummel was tijd- en stadsgenoot van Beethoven, en misschien wel net zo beroemd. Hij was een gevierd pianovirtuoos en zijn composities werden hoog aangeslagen. Maar ja, Beethoven is natuurlijk een klasse apart, daar kon Hummel op de lange duur niet tegenop. Zodoende raakte Hummels werk na hun beider dood in de vergetelheid, terwijl Beethoven zo onsterfelijk werd als een mens maar kan worden. In onze tijd beseffen we dat naast de buitencategorie ook de eerste categorie de moeite meer dan waard is. Zodoende wordt Hummel, de soundtrack van de vroege negentiende eeuw, weer regelmatig gespeeld.
Frédéric Chopin (1810-1849) behoeft geen introductie – als enige van de drie op het programma. We kennen allemaal zijn intense en hoogst originele composities voor piano solo. Aan het begin van zijn carrière, toen hij nog geld moest verdienen en naam moest maken, was Chopin wat conventioneler. Hij schreef twee pianoconcerten, een reeks variaties voor piano en orkest, en een pianotrio. De vorm is klassiek, de inhoud romantisch: ook in deze vroege fase van zijn carrière horen we vage contouren, rapsodische melodieën en akkoorden die doen wat ze zelf willen.
De Rus Sergej Tanejev (1846-1915) was net als Hummel heel bekend in zijn eigen tijd, in elk geval in eigen land, om daarna vergeten te worden. Tijdgenoten vonden hem te cerebraal, te rationeel, niet Russisch genoeg. Echte Russische componisten moesten lak hebben aan alle regels en je eigen gevoelens direct in muziek gieten. Na zijn dood waren het vooral de componisten van het Machtige Hoopje (Moessorgski, Rimski-Korssakov enz.) die repertoire hielden. Die hadden tenminste écht Russische muziek geschreven! Natuurlijk is dit een karikatuur. Tanejev was niet alleen een kundig, maar ook een gevoelig componist, die op zijn beste momenten de vergelijking met Brahms aankan. Dat hij niet in het stereotype van een Russische componist past, is bijzaak…