van Spaendonck, Capuçon, Queyras & Ducros
29 november 2002, Kleine Zaal, Concertgebouw, Amsterdam
Genre: Eigentijdse muziek
Componisten/uitvoerenden: Claude Debussy | Olivier Messiaen
Opnametechniek: Kees Bijl
Franse composities onder invloed van oorlogen,
Debussy worstelde op het eind van zijn leven met de gevolgen van WOl. Hij had in de loop van de oorlogsjaren het plan opgevat om zes sonates te componeren ‘als hommage aan Frankrijks muzikale verleden’. Van deze zes sonates hoort u er twee: allereerst De Sonates voor cello en piano.
Debussy’s productiviteit was in de eerste oorlogsjaren tot nul gereduceerd, maar in 1915 werkte hij gedurende enkele maanden koorstachtig aan o.a. déze Cellosonate. “Ik schrijf als een gek, als was ik een ter dood veroordeelde” schreef hij aan een intieme vriend.
Quator pour la fin du temps werd bepaald door de Tweede Wereldoorlog. Messiaen (zie afbeelding) werd in 1939 onder de wapenen geroepen, maar geraakte in datzelfde jaar al in krijgsgevangenschap en belandt in een concentratiekamp bij de plaats Görlitz.
Al snel ontdekte hij 3 musici onder zijn medegevangenen, en in de strenge winter van 40-41 componeerde hij voor de bezetting die op deze manier ontstond, het Quator pour la fin du temps.
Het is vóór alles een document van de creatieve geest, die onder de meest levensbedreigende omstandigheden, in staat is zich te ontplooien. De eerste uitvoering werd in het kamp gegeven met de componist aan de piano.
Als uitgangspunt kiest Messiaen een vers uit Openbaringen, waarin een engel optreedt, zeggende: ‘dat er geen tijd meer zal zijn’.