Psaumes
Daan Manneke (1939) begint zijn muzikale carrière als organist en componist. Hij wordt docent aan het Amsterdams Conservatorium in o.m. compositie.
Vanaf zijn vroegste werken (waaronder de zeer geliefde Psaume 121 uit 1962) is vrijwel heel het oeuvre van Daan Manneke primair vocaal gedacht, vaak ook de werken die op het eerste gezicht zuiver instrumentaal lijken. Als veel composities uit de Renaissance zijn veel van zijn werken, juist door hun vocaliteit, uitvoerbaar in wisselende bezettingen. Zijn literaire belangstelling verraadt zich mede door het veelvuldig gebruik van titels, subtitels en citaten. Heel vaak blijkt het door het woord opgeroepen beeld uitgangspunt en motor van de hele compositie. In dit opzicht is zijn muziek enigszins verwant aan conceptuele kunst.
Mannekes belangrijkste muzikale inspiratiebronnen zijn stellig “het Geneefs Psalter en de polyfonie uit de zestiende eeuw. Een andere, literaire bron is de oeroude, voorchristelijke poëzie-verzameling: het Psalmenboek, door de Joden Tehillim genoemd: lofprijzingen. Werelderfgoed! In de loop der jaren heeft deze tijdloze, krachtige poëzie me voortdurend geboeid en leidde tot vele psalmcomposities.” bron
Het Psalmenrequiem voor koor en harp is een eerste uitvoering en op verzoek geschreven.