Schuberts laatste pianosonate, misschien wel zijn mooiste, kan in bekwame handen wonderen verrichten.
Ondanks zijn Israëlisch klinkende naam is Yoram Ish-Hurwitz ‘gewoon’ in Amsterdam geboren en getogen. Daar treffen we hem ook aan als hij dit concert geeft. In de hoofdstedelijke pianotempel Christofori speelt hij Schubert en Liszt. Helaas keurde hij zelf, om ons onbekende redenen, deel 2 van zijn concert af.
Wat overblijft is de Sonate nr. 21 in Bes van Schubert. Zijn allerlaatste werk, kort voor zijn dood in 1828 geschreven. Een meesterwerk, maar wel een in de schaduw. Jarenlang moesten de sonates van Schubert de vergelijking doorstaan met die van Beethoven – en daar konden ze niet tegenop, zo vond men.
Tegenwoordig denken we daar heel anders over. Schuberts laatste drie sonates zijn ambitieus, uiterst modern en hun meester waardig. De Sonate nr. 21 is niet heel moeilijk om te spelen, maar een stuk moeilijker om goed te spelen. De subtiele lyriek van het werk, vooral in het breed uitgesponnen eerste deel, komt alleen door zorgvuldig studeren op het werk tot zijn recht. Het werk moet een halfuur lang spannend blijven, mag zichzelf niet overschreeuwen en moet altijd blijven zingen. De juiste frasering, een goede dosering van dynamiek en temposchommelingen, het vereist allemaal veel muzikantengevoel.