Geen jazz? Geen punt. Het Zuid-Nederlands Jazz Festival heeft een plekje voor alle muziek die niet zo gemakkelijk in een genre valt. Bijvoorbeeld de neo-luitmuziek van Jozef van Wissem.
Eind achttiende eeuw was de luit bijna verdwenen. Het instrument had een intens ouderwets imago. Wie een draagbaar tokkelinstrument wilde, greep steeds vaker naar de gitaar, die in de eeuw daarop Europa (en de rest van de wereld) stormenderhand innam.
In de twintigste eeuw kwam de Oude Muziekpraktijk op, en ineens verscheen de luit, die we alleen van ridderverhalen en oude schilderijen kenden, weer in de handen van levende musici. De meesten van hen hebben meer dan genoeg aan de muziek die er in renaissance en barok is nagelaten. Hele hopen bladmuziek zijn dat, want het instrument was bizar populair.
Zo niet Jozef van Wissem. Hij gebruikt elke luit die hij in handen kan krijgen voor zijn eigen composities. Vaak is het minimal met barokelementen. Hij schrikt er niet voor terug om zijn luit te versterken en elektronische effecten zijn vaak niet van de lucht. De meningen over zijn muziek zijn verdeeld, maar de liefhebbers van meditatiemuziek – en die zijn legio – zullen dit geschenk met beide handen aanpakken.