Search for:
spinner

De mensen van de Concertzender: Luc Nijs

vr 8 mrt 2019

Luc Nijs

Elke dinsdag presenteert de Concertzender een aflevering van het programma opera in de 20e eeuw, samengesteld door Luc Nijs. Per aflevering laat het programma uit elk jaar sinds 1900 muziek uit een of meer opera’s horen. De geschiedenis van een roerige eeuw, jaar voor jaar verteld aan de hand van de ontwikkeling van de 20e-eeuwse opera. Een gesprek met maker Luc Nijs.

Hoe kwam je in contact met Opera?

Als kind volgde ik het vak muziekcultuur aan de muziekacademie. Onderwijs in muziek, theater, dans en kunst loopt in Vlaanderen parallel op met de lagere en middelbare school, maar is separaat georganiseerd. Het bracht me in contact met allerlei (klassieke) muziekvormen. En met een passie voor taal, theater en muziek kwam ik al snel uit bij opera als favoriete muziekvorm.

Wat is je lievelingsopera?
Ik vind veel opera’s mooi, maar telkens om andere redenen. Als ik er dan toch eentje moet kiezen, is het ‘Dialogues des Carmélites’ van Francis Poulenc, uit 1957. Niet zo’n bekende opera, al werd hij in 2015 en 2017 nog opgevoerd. Het verhaal gaat over het nonnenconvent van de Karmelieten in Compiègne. Tijdens de terreurperiode van de Franse revolutie weigerden ze zich te schikken naar de ‘constitution civile du clergé’, die de opheffing inhield van veel kloostergemeenschappen. Door hun trouw aan hun opdracht en aan God eindigen zij onder de guillotine. Het historische verhaal leent zich perfect voor waanzinnige visualisaties en het gegeven van de mens die trouw blijft aan zijn principes vind ik bijzonder. We zijn tegenwoordig zo pragmatisch en opportunistisch en lijken letterlijk verleerd te zijn, nog voor iets op te komen.

Wat maakt opera uit de 20e eeuw voor jou bijzonder?
Ik weet nog hoe ik als jongetje van 12 op zondagochtend in mijn bed met mijn transistor radiootje luisterde naar nieuw werk van Karlheinz Stockhausen. Ik begreep het niet. En soms denk ik wel eens ‘nu ook nog niet’. Je vraagt je af welke boodschap door die potpourri van klanken vloeit. Wat wil de componist overbrengen?

Als kunstvorm is opera altijd geëvolueerd, maar die ontwikkeling is nooit zo groot geweest als in de 20e eeuw. Het afscheid van de romantiek, de tweede Weense school en Modernisme en Avant-gardisme hebben grote invloed gehad, net als de wereldoorlogen, die zorgden dat mensen anders gingen aankijken tegen zichzelf, de maatschappij en kunst, waaronder opera. Moderne opera vraagt dat je er tijd voor vrij maakt. Het voelt niet aan als genieten. Maar dat wordt het wel, als je eenmaal door de verschillende kenlagen bent gedrongen. Hoe abstracter het werk, des te langer de benodigde incubatietijd, zeg maar.

Begin maart is het Opera Forward festival. Hoe zie jij de toekomst van de opera?
Opera ervaart afnemende interesse en wordt gezien als elitair. Dat is in de huidige ‘Zeitgeist’ lastig. Ieder cultuurproduct dat een langere tijd mee gaat, moet zichzelf bevragen, om maatschappelijk relevant te blijven. Onderdeel van de uitdaging is om het nog steeds bestaande eurocentrisme in de opera wereld te doorbreken. Daarom hebben we ook aandacht voor Turkse, Arabische, Koreaanse, Perzische, latino en Aziatische opera’s.

Het aanbod aan uitvoeringspraktijk was nog nooit zo groot, kwalitatief en qua aantallen. Maar mensen moeten wel in staat zijn om emotioneel een connectie op te bouwen met wat er gebeurt op dat podium. We moeten ons in elk geval niet gevangen voelen in bestaande tradities. Een mooi voorbeeld is de opera ‘Shell Shock’ van de Vlaamse componist Nicholas Lens, uit 2014. Een opera ter herinnering aan de barbarij van de eerste wereldoorlog die in België zorgde voor dood, trauma en vernieling. Er was draagvlak voor zo’n uitvoering in de Munt in Brussel, omdat iedereen zich op een bepaalde manier verbonden wist. Hetzelfde geldt voor ‘fin de partie’, de (eerste) opera van György Kurtág.

De centrale vraag is ‘wat willen we dat opera is?’ Het zal korter moeten, minder intellectueel en zal direct(er) emotioneel moeten aanslaan bij het publiek. Dat vraagt een nieuwe verhouding tussen componeren, theater en teksten schrijven.

Welke uitzending is je bijgebleven?
Er zijn er vele, waaronder die waarbij het een hele klus was aan kwalitatief geschikte opnames te komen. Dat is lastiger dan je denkt. Veel mooie producties, zelfs die zeer succesvol waren in de beginperiode, hebben de tand des tijds niet overleefd. Er zijn zoveel mooie werken die je niet of nauwelijks meer hoort. Allicht heeft de commerciële druk bij operahuizen en platenlabels ermee te maken.

Begin 2017 begon je met het programma. Wat is het idee achter Opera in de 20e eeuw?
De bestaande programma’s laten – al dan niet live – complete opera’s horen, of zijn een soort jukebox, met van alles en nog wat uit de rijke operatraditie. Wij wilden meer structureel inzicht in de evolutie van opera in de 20e eeuw. Zo viel de keus op een tijdslijn die begon in 1900 en eind 2020 zal eindigen met het operajaar 2020. We hebben er dan 210 afleveringen opzitten.

In die 120 jaar zijn de opera als kunstvorm en de uitvoeringspraktijk enorm veranderd. Die dynamiek hebben we haarfijn weten vast te leggen in die serie, met aandacht voor andere invloeden en variaties zoals zarzuela’s en de operatradities uit andere werelddelen. Zo kan je in één serie luisteren naar Debussy of Ravel, naar ‘entartete Musik’, of de 20e-eeuwse Russische traditie. Je kan je vastbijten in Stockhausen, Berio of Nono, of je laten verrassen door het nieuwste van het nieuwste.

Wat zijn je plannen met het programma? Wat gebeurt er als jullie bij 2020 zijn beland?
Tot eind december 2020 gaan we gezellig verder. Wat er daarna gebeurt, is nog niet helemaal duidelijk, al liggen er twee prima voorstellen op tafel, die we nog even onder de mat houden. Binnen het vaste team van de operaserie is in elk geval geen animo om af te glijden naar operaradio zoals je die elders kunt horen. We maken het programma met zijn drieën, een opera ‘dreamteam’ (en dat meen ik) dat erg goed op elkaar is ingespeeld, bestaand uit Willem van Schip (techniek), Gerard Meulenberg (presentatie) en mezelf. Wat er ook zal komen, ons team zal met dezelfde gedrevenheid en ambitie doorgaan.