Search for:
spinner

Geniale muziekvrienden

do 26 sep 2019
Thema: Klassiek

Deel 5: Mozart zoekt werk

door Thijs Bonger

In de laatste Nieuwsbrief vertelde ik al iets over Mozarts hoopvolle verblijf in Berlijn in 1789. Dat leverde een paar compositieopdrachten op van de koning van Pruisen, maar niet de gouden bergen waaraan hij zo dringend behoefte had. Over de reis zelf heb ik het nog niet gehad. Dat doe ik nu, want er gebeurde onderweg zoveel op muzikaal gebied dat ik er eenvoudigweg niet omheen kan.

Mozart als lifter
Allereerst: de tegenvallende financiële opbrengst van Mozarts Berlijnse avontuur lag deels aan de reiskosten. Vergelijk maar: wij pakken de HSL of – enigszins schuldbewust- het vliegtuig om in een paar uur de afstand van circa 700 km tussen Wenen en Berlijn te overbruggen. In Mozarts tijd was daar uitsluitend de postkoets die, als alles meezat, een gemiddelde snelheid van 10 km per uur haalde. Reizen betekende destijds afzien en was stervensduur. Je deed er eeuwenlang over en je werd in de koets door elkaar geschud op de hobbelige en vaak modderige zandwegen. En dan moest je diverse keren in herbergen overnachten en eten. De heenweg was voor Mozart nog relatief goedkoop. Hij kreeg een lift kreeg van vorst Lichnowsky, die hij kende uit de vrijmetselaarsloge en die toch in Berlijn moest zijn. Lichnowsky heeft trouwens veel voor de muziek betekend omdat hij Mozart en Beethoven geld toestopte en de laatste veel compositieopdrachten gaf.

Tussenstop: Praag en Dresden
Mozart zat financieel dus echt aan de grond. Daarom bleven Lichnowsky en hij ook telkens een paar dagen in de steden die ze aandeden. Dan kon Mozart een centje bijverdienen door een paar concerten te geven. Ze reisden eerst naar Praag, waar Mozart een paar uur bleef, maar wel een opdracht in de wacht sleepte voor een nieuwe opera. Dus zijn optimisme groeide. Anderhalve dag later kwamen ze in Dresden aan, waar ze hun intrek namen in het Hotel de Pologne. Toen het gerucht zich verspreidde dat Mozart er logeerde, kwam er veel volk op af. En omdat er in het hotel een paar concertzaaltjes waren en de meute zo aandrong, ging Mozart op zoek naar een paar strijkers. Hij vond een violist en toevallig was daar ook Anton Kraft aanwezig, de virtuoze 1e cellist van Haydns Esterhazyorkest. Mozart zelf leende een altviool. Muziek had hij bij zich. Het ging om zijn schitterende Divertimento voor strijktrio KV 563. Waarom Mozart dit stuk heeft aangeduid als divertimento is een raadsel. Qua vorm klopt het wel, want net als een luchtig divertimento bestaat het uit zes delen. Maar daarmee stopt elke gelijkenis. Want dit is absoluut geen muzikaal behang, maar deels zeer diepzinnige muziek. Zoals vaker in Mozarts late werken zijn sommige thema’s van dit stuk kinderlijk eenvoudig. Maar wat hij ermee doet! In deel XI van mijn Geniale Muziekvrienden uitzendingen draaien we het langzame deel uit dit Divertimento KV 563. Maar beluister alsjeblieft ook de andere delen. We horen hier Mozart op het hoogtepunt van componeerkunst.

Aan Mozarts verblijf in Dresden danken wij ook een uitstekend portret van hem. Daarop zien we hem en profil. Hij oogt vermoeid en heeft nogal uitpuilende ogen. De tekenares heeft hem waarschijnlijk vastgelegd toen hij pianospeelde en het niet in de gaten had dat er een portret van hem werd gemaakt.
Een kleine week later reisden Mozart en Lichnowsky door naar Leipzig. Daar wilde Mozart dolgraag de Thomaskirche bezoeken, waar Bach zo lang had gewerkt. Mozart had in Wenen met groeiende bewondering kennisgemaakt met diens werken, tijdens de zondagsconcerten bij Baron van Swieten. In de Thomaskirche improviseerde hij op het orgel waarop Bach zoveel had gespeeld. De registratie werd daarbij verzorgd door een leerling van Bach. ‘Hoe dichter bij Bach hoe liever’, dacht Mozart. In diezelfde kerk hoorde hij het Thomaner koor, dat nog steeds zingt. En hoe! Het bestaat uit jongens – ook heel kleine jochies staan ertussen – en een paar mannen en ze zingen fantastisch. Ik heb ze kortgeleden zelf nog gehoord in die Thomaskirche in Leipzig. Maar Mozart hoorde ze een stuk van Bach uitvoeren. Het ging waarschijnlijk om het motet ‘Singet dem Herrn ein neues Lied BWV 225’ Hij was daar zo ondersteboven van dat hij na afloop de partijen leende om ze snel even in zijn fenomenale muzikale geheugen op te slaan. En zo’n indruk horen we later weer terug. Want zo ging dat bij deze muzikale spons. Hij zoog alles in zich op en dan kwam het er vaak – soms jaren later – licht vermomd weer uit.

Berlijn, Leizig en weer Berlijn
Uit Leipzig vertrok Mozart op 20 april 1789 en pas vijf dagen later kwam hij aan in Berlijn. En op 6 mei reisde hij weer even terug naar Leipzig. Nou ja, even… Was toch weer twee dagen holderdebolder in de koets. Daar in Leipzig gaf hij een concert. Hij speelde er onder meer zijn Pianoconcert KV 456. Dat had hij vijf jaar daarvoor gecomponeerd. En zijn vader Leopold was bij de première aanwezig. Aan zijn dochter Nannerl schrijft hij: ‘Zondagavond speelde je broer een schitterend concert. Twee loges verder zat de bloedmooie Prinses van Würtemberg en ik vond het zo fijn om zo duidelijk de dialoog van de instrumenten te horen, dat er tranen in mijn ogen kwamen. Toen je broer het podium af liep zwaaide de Keizer met zijn hoed en riep: ‘Bravo, Mozart!’ en er werd heel hard geklapt’. KV 456 is een pianoconcert dat je niet zo vaak hoort en ik begrijp eigenlijk niet waarom. Na een pittig en parelend openingsdeel word je als luisteraar geheel overrompeld door de intense droefheid van het andante. Maar Mozarts specialiteit is understatement. Hij duidt iets aan als: ‘Dit zou wel eens droevig kunnen zijn’ en laat vervolgens de luisteraar de rest erbij denken. Daardoor komt Mozarttreurnis bij mij ook vaak zo ongelooflijk hard aan.

Na dit concert in Leipzig reisde Mozart weer naar Berlijn, waar hij speelde voor het koninklijk paar. Hij ontving dus een som gelds, deels bedoeld als voorschot op de composities die de koning bij hem had besteld. Maar ook ter compensatie van het feit dat hij op uitdrukkelijk verzoek van de koning geen openbare concerten in Berlijn had gegeven. Alles bij elkaar viel de opbrengst van de reis Mozart dus zwaar tegen. En de terugreis moest hij helemaal zelf bekostigen. Daarom schreef hij aan zijn vrouw Constanze dat ze zich maar moest verheugen op hemzelf en niet op de zakken geld die hij had gehoopt mee terug te zullen nemen.

Reageren? Dat kan. Stuur een mailtje naar: Thijs Bonger.

Luisteren
Geniale Vrienden, dinsdag 1 oktober van 20 tot 21 uur.