Arnold Schönberg (1874-1951) bemind, gehaat, verafgood, gedemoniseerd. Deel 1
Wenen was aan het eind van de negentiende eeuw een bruisend cultureel centrum; enkel Parijs was een rivaal voor zijn status. In Wenen woonden en werkten onder andere Gustav Klimt, Sigmund Freud, Arthur Schnitzler, Gustav Mahler, Ludwig Wittgenstein, Oskar Kokoschka, Theodor Hertzl en Egon Schiele. Een bruisende stad met een bijzondere reputatie. Onder leiding van Arnold Schönberg ontstond er een nieuw muzikaal geluid waar niet iedereen even blij mee was. De première van zijn eerste strijkkwartet zorgde voor een schandaal en daar zou het niet bij blijven. Toch bleek de Tweede Weense School een blijvende invloed voor klassieke muziek in de daaropvolgende eeuw.
In deze aflevering een keuze van vocale werken vanaf de eerste tot en met de laatste liederen.
28 Februari kunt u de ‘Gurre Lieder’ horen in de originele versie voor stem en piano.
- Arnold Schönberg – 1. ‘Drüben geht die Sonne scheiden’ (Nikolaus Lehnau) 2. ‘In hellen Träumen’ (Alfred Gold)
Sopraan Claudia Barainsky en pianist Urs Liska
- Arnold Schönberg – ‘Brettl-Lieder’ – 1. Einfältiges Lied (Hugo Salus) 2. Der genügsame Liebhaber (Salus) 3. Jedem das Seine (Colly) 4. Mahnung (Gustav Hochstetter) 5. Galathea (Frank Wedekind) 6. Gigerlette (Otto Bierbaum) 7. Langsamer Walzer (uit Emanuel Schikaneder’s Spiegel von Arkadien) 8. Nachtwandler (Gustav Falke)
Sopraan Claudia Barainsky, Michael Hassel, piccolo. Florian Dörpholz, trompet. Dominic Oelze, kleine trommel
- Arnold Schönberg – uit: ‘Das Buch der hängenden Gärten’ op.15’ (Stefan George) – 1. Unterm Schutz von dichten Blättergründen. 2. Hain in diesen Paradiesen 3. Als Neuling trat ich ein in dein Geheg 4. Da meine Lippen reglos sind und brennen 5. Saget mir auf welchem Pfade
Bariton Konrad Jarnot en pianist Urs Liska - Arnold Schönberg – 1. vier Frühe Lieder (tekst: Ludwig Pfau) a. Einst hat vor deines Vaters Haus b. Einsam bin ich und alleine c. Lied der Schnitterin d. Vergissmeinnicht 2. Drei Lieder op.48 a. Sommermüd b. Tod c. Mädchenlied
Bariton Konrad Jarnot, Alt Christa Mayer en pianist Urs Liska.
Samenstelling & presentatie:
