Klankbron 114 Koto, de Japanse citer
Een Klankbron over de Koto, de Japanse citer, in al zijn vormen – van de Ichigenkin (de 1-snarige vorm van de koto), de tonkori (een 5-snarige citer), de wagon (de 6-snarige citer die in Shinto rituelen gebruikt wordt) tot de gebruikelijke 13- en 17-snarige koto die als Japans nationaal instrument beschouwd wordt.
Tonkori
We beginnen deze klankbron met de tonkori en het stuk met de titel De kraanvogels zijn weer gekomen deze lente. Deze 5-snarige Ainu citer is afkomstig van Sachalin, dat ooit deels Japans was maar tegenwoordig van Rusland is en waarvan de meeste Ainu’s verdreven zijn naar Japan. Terwijl de tonkori in 1961 alleen nog maar voorkwam in musea heeft het recentelijk een opvallende comeback gemaakt en is het een symbool geworden van de Ainu identiteit. De tonkori heeft sterke overeenkomsten met de wagon, de 6-snarige citer die gebruikt wordt in Shinto rituelen. Op het eind van deze klankbron is daar een voorbeeld van te horen.
Koto Klassiek
Eerst een aantal klassieke koto stukken gespeeld op een 13-snarige koto. Yu-Gao (de kalebas) is een compositie uit het begin van de 17de eeuw van Yaezake Kengyo. Het vertelt een verhaal van prins Genji waarin zijn geliefde doodgaat door een slechte wind die is veroorzaakt door een eerdere geliefde die gestorven is aan een gebroken hart toen Genji haar aan de kant schoof. Het wordt gespeeld en gezongen door Sinichi Yuize en is afkomstig van een LP uit 1955. Het wordt gevolgd door een ander klassiek stuk over een strandplevier. Het werd gecomponeerd door Yoshizawa Kengyo in de eerste helft van de 19de eeuw. Het geeft een impressie van het strand, de vogels en de golven van de zee en de gedachten erbij aan de tijdloosheid. Het stuk wordt gezongen en gespeeld op twee koto’s en een kokyu, een luit die gestreken wordt.
Modern
Dan komt een moderne compositie voor drie koto’s met 13 en 17 snaren getiteld Een zinnebeeld voor Japanse muziekinstrumenten waarin gespeeld wordt met stilte, zachtheid, stereo-effecten en disharmonieën. Het is een compositie van Toshiya Sukegawa die ook naam gemaakt heeft als muziekmaker van elektronische en ambient muziek.
De vier seizoenen
Daarna volgt de Ichigenkin, een 1-snarige koto gespeeld door Chiseko Yokota. De gezongen tekst is afkomstig uit de koto-compositie De vier seizoenen van Yatsuhashi Kengyo, de bekendste koto componist uit de 17de eeuw. De gebruikte tekst geeft een impressie van de kou in de winter. Het wordt gevolgd door Yaegoromo een compositie van Koto Ishikawa uit het begin van de 19de eeuw voor de luit de Shamisen. Het werd gearrangeerd voor koto door Yaezaki Kengyo. De tekst gaat over de vier seizoenen, hun kleding en de daarbij horende gevoelens. Het lied wordt begeleid door een koto, een shakuhachi (fluit) en een shamisen (een luit).
Shinto
Tot het einde van de uitzending kunt u luisteren naar een opname van een Shinto-ritueel in Tokyo in de Kunaisho tempel in 1954. Tijdens dit ritueel waarbij rituele dansen uitgevoerd worden, wordt ook een wagon gebruikt, een 6-snarige citer die wordt gezien als de oorspronkelijke Japanse citer terwijl de koto geïmporteerd werd uit China of Korea in de 7de of 8ste eeuw. De wagon is volgens de Japanse verhalen ontstaan uit zes bogen waarvan het geluid de zonnegodin uit haar grot tevoorschijn deed komen. Het instrument wordt alleen nog gebruikt bij Shinto-rituelen.
Afspeellijst
1. To Kito Ranran – 1’05
Cranes have come again his spring
Kanaya Eijiro – Tonkori
CD A Collection of Unique Musical Instruments
Music of Japanese People 10
Seven Seas KICH 2030, tr 15, 1991
2. Yu Gao – 8’24
Gourd
Kengyo Yaezake – comp
Shinichi Yuize – Koto, voice
LP The Japanese Koto
Cook 1132, B2, 1955
3. Chidori No Kyoku – 13’01
Yoshizawa Kengyo – comp (19th century)
Inogawa Koji – voice, koto
Mishina Masayasu – koto
Yokoi Mitsue – kokyu (bowed lute)
CD Music of the Koto
JVC World Sounds JVC VICG-5358, tr 3, 1994
Recorded Heizo Yoda, Fumio Hattori, Naruto Imaizumi at Victor Aoyama Studio, Tokyo
4. Image pour instruments Japonais – 6’24
Toshiya Sukegawa – comp
Mikiko Haga – Koto
Tomiko Yoshikawa – Koto
Toshi Fujita – Koto
LP Japon éternel
Ensemble des Instruments Traditionnels du Japon
Arion ARN 33 234, B1, 1974
recorded by Claude Morel
5. Fuyu No Miyabi – 6’12
Winter Grace
Yokota Chiseko – voice, ichigenkin (one string koto)
CD A Collection of Unique Musical Instruments
Music of Japanese People 10
Seven Seas KICH 2030, tr 9, 1991
6. Yaegoromo – 19’16
Ishikawa – comp (for voice and shamisen 1804,
rearranged by Yaekazi also for koto)
Setsuko Kakui – Voice
Mitoko Kitahara – Koto
Sumiko Goto – shamisen (lute)
Kozan Kitahara – Shakuhachi (flute)
CD Japon Jiuta
Ensemble Yonin no Kaï (Tokyo)
Ocora C 580069, 1998, tr 1
Recorded by Michel Lepage, Claude Jubier, Paris 1979
7. Azuma Asobi – 3’55
Religious Dance-songs
Musicians of Kunaisho, Tokyo Ise
The ensemble consists of one solo singer and player of the shakubyoshi ( 2 pieces of hardwood struck against each other as percussion instrument), 4 chorus singers, one koma-bue player (transverse flute), one hichiriki (oboe) player and one wagon (six string cither) player and 10 dancers.
LP The Music of Japan Record V Shinto Music
Bärenreiter-Musicaphon BM 30 L 2016, A 1 (begin)
Published in 1966 as part of the Unesco Collection – A musical anthology of the Orient 16
recorded by Eta Harich-Schneider 30-5-1954