In aansluiting op de vorige aflevering een uitgebreid voorbeeld van een ‘rijm-officie’, gecomponeerd door een 11e eeuwse monnik voor de Heilige Emmeram.
1. Metten.
Antifoon Jubilemus Deo en Invitatorium Venite, exultemus Domino.
Nocturne I. Antifonen voor bij de psalmen: Sanctus Emmerammus; Celestis magistri; Odio habuit vanitatem; Speravit in Domino; Ad gloriam nominis; Justus Dominus. Versikel. 4 lezingen met responsoriën.
Nocturne II. Antifonen voor bij de psalmen: Quia beatus Emmerammus; In benedictionibus; Mundicors et innocens; Qui dat hereditatem; Beatus est martir; Jam luce tibi orta. Versikel. 4 lezingen met responsoriën.
Nocturne III. Antifoon voor de Cantiek: Erat atqui beatus Emmerammus.
2. Lauden.
Deus in adjutorium. Antifonen en psalmen: Precinctus fortitudine, Psalm 92; Hic pascuae tuae oves, Psalm 99; Testis tuus Emmerammus, Psalm 62; Benedicant te sancti tui, Benedicite; Confessio dominica, Psalm 148. Responsorie Ecce sacerdos. Antifoon Evangelicis adherens, Benedictus.
3. Antifonen voor de kleine uurtjes.
Voor de prime: Prima etate beatus; voor de terts: Tertiema gnomone; voor de sext: Sexies bina; voor de none: Nono ecclesiasticae.
