Nederlandse muziek in de 20e en 21e Eeuw, aflevering 3.
Er is Frans impressionisme, Duitse Romantiek, en het kenmerkende Italiaanse bel canto. Vele landen hebben eigen manieren om zich uit te drukken wat ook tot een stilistische identiteit leidt. Een kenner kan zelfs het verschil benoemen tussen Noord-Duitse Barok en Franse Barok. Hoe zit dat met Nederland? Is er zoiets als een “Nederlandse” stijl, en zoja, wat houdt dat in? In Nederlandse muziek in de 20e en 21e eeuw gaan we op zoek naar de Nederlandse identiteit.
1. Bernard Zweers (1854-1924) [foto].
‘In Neerlands Wouden’ uit Symfonie nr. 3 ‘Aan mijn Vaderland’ (1888/90).
Residentie Orkest olv Hans Vonk.
2. Sem Dresden (1881-1957). Sonate voor dwarsfluit en harp (1918).
Maurice Heugen, fluit. Manja Smits, harp.
3. Leo Smit (1900-1943). Concert voor piano en blaasorkest (1937).
Bart de Roer, piano.
Nederlands Philharmonisch Orkest olv Lucas Vis.
4. Willem van Otterloo (1907-1978). Serenade (1944/rev. 1976).
Koperblazers van het Concertgebouworkest olv Ivan Meylemans.
Met dank aan:
v