Oriënt Express | Concertzender | Klassiek, Jazz, Wereld en meer
Search for:
spinner

Oriënt Express

vr 28 sep 2007 15:30 uur

De meesters van Egypte (deel 2).

De bloeiperiode van Egypte tussen 1850 – 1900 en namen als El-Sjeich El-Masloub (?-1923), Abdou Al-Hamouly (1841-1901), Mohammad Othman (1855-1900) en Daoud Husni (1870-1936) hebben bijgedragen aan de karakteristieke Egyptische muziek die van grote invloed is geweest op de Arabische variant van de Midden-Oosterse Maqâm traditie.
Een van de kenmerken van de muziek uit die periode is het kleine ensemble ‘takht’ of ‘tècht’. Een takht bestaat uit de hoofdzanger en een koor van 2 á 4 mannen begeleid door de qanun (een klassieke Arabische plankciter), de ‘ud (Arabische Luit), de ney (Arabische Fluit) en de riqq als het percussie-instrument. Een ander kenmerk is het gebruik van vocale en instrumentale vormen in bepaalde maqâm (modi) die achterelkaar in een Wasla (Suite) worden gespeeld. De Wasla wordt genoemd naar de modus bijvoorbeeld stukken in de modus Bayyati heet een Wasla Bayyati. Binnen een maqâm (modus) wordt veel geïmproviseerd. Heterofonie of meerstemmigheid is een derde kenmerk.
Een typisch Egyptische Wasla van deze periode bevat:
1- Samaaї (Semaї) of Basjraf (Pesjrev): een Ottomaanse instrumentale prelude.
2- Taqasim: een traditionele improvisatie op een solo-instrument.
3- Muwwasjah: het woord Muwwasjah duidt zowel de poëtische als de muzikale vorm aan. Deze dichtvorm is oorspronkelijk in de 11e eeuw in Arabisch Andalusїe (Zuid- Spanje) ontwikkeld. De muzikale vorm in het Midden-Oosten werd ontwikkeld in de 18de eeuw in de stad Aleppo (Syrië). De korte gedichten worden altijd gezamenlijk gezongen en zijn de complexe ritmes kenmerkend (9/8 – 10/4 – 16/4 -24/4 -14/4. enz)
4- Layyali: een typische Egyptische prelude, een (niet-metrische) zangimprovisatie met de woorden "Ya Leil… Ya Ain" (O nacht ..O oog, een metafoor voor de slapeloze nachten) en Mawwal: een vrije zangvorm met een kort gedicht in Egyptisch dialect.
5- Dawr (of dôr): de kroon van de Egyptische zangvormen tussen 1860s en 1920s. Deze vorm begint eerst met een gecomponeerd en uitdagend deel in een bepaalde modus, dan wordt de melodie langzaam ontwikkeld door de zanger die zijn talent moet laten zien in de exploratie van verschillende maqâms ( modi). De zanger wordt gesteund door een koor van 2 à 4 mannen .
6- Qasida Muwaqqa’aa of Mawzouna: de wasla kan ook eindigen met een Qasida in plaats van de dawr. Qasida Muwaqqa’aa of Mawzouna is een gedicht geïmproviseerd door de zanger in een bepaalde maqâm in een simpele 4/4 maat.
Meer informatie over de verschillende muzikale vormen vindt u hier www.maqamworld.com
In twee afleveringen gaan we luisteren naar de laatste meester die trouw bleef aan deze traditie in Egypte Saleh Abdel-Hayy (1896 – 1962). Met composities van prominente 19de eeuwse muzikanten.
1. Wasla Rast (23:36), Taqasim op de ‘ud, Semaї Rast uit het Ottomaans repertoire (Tatyous Effendi), het lied "Leh Ya Banafseg" compositie van Riad El-Sunbati.
2. Semaї Rast uit het Ottomaans repertoire (Tatyous Effendi),Mawwal "Ya Hadi El-Eis" (15:00)
3. Modus HigazKar: Dulab (een korte instrumentale prelude), Layyali- Dawr "Asr Al-Hawa" compositie van Daoud Husni (Cairo 1870 – 1936).
4. Modus Saba: Dulab-Layyali-Dawr "Ad Ma-hibbak" compositie van Mohamad Othman (13:35).
5. Bayyati: Dor "La Ya Ain" compositie van Abdouh El-Hamouli (6:35).
6. Verschillende instrumentale en vocale stukken (Muwwasjah’s en Qasida’s) uit het Egyptische repertoire in Bayyati uitgevoerd door het Libanese ensemble Morkos (Harmonia Mundi cd HMCD83).

Samenstelling:
close
Om deze functionaliteit te gebruiken moet u zijn. Heeft u nog geen account, registreer dan hier.

Maak een account aan

Wachtwoord vergeten?

Heeft u nog geen account? Registreer dan hier.

Pas het wachtwoord aan