Radio Romantica | Concertzender | Klassiek, Jazz, Wereld en meer
Search for:
spinner

Radio Romantica

di 16 jun 2020 20:00 uur

Kamermuziek van Franz Schubert. De vioolsonate in a grote terts D574 en het strijkkwartet nr.13 in a kleine terts, bijgenaamd ‘Rosamunde’.

 

  1. Vioolsonate in A major D574- Alina Ibragimova, viool / Cédric Tiberghien, piano
  2. Strijkkwartet No.13 D804 “Rosamunde” – Artemis Quartet

 

In 1817 woonde Schubert in Wenen en de stad was op dat moment in de ban van Rossini’s operamuziek. Schubert deed daar een beetje aan mee getuige zijn zesde symfonie en zijn twee uitbundige ouvertures in Italiaanse stijl. Voor zijn kamermuziek koos hij een wat serieuzere, gematigder toon, die eigenlijk beter bij hem past. Er verscheen bij uitgeverij Diabelli een duo van zijn hand voor viool en piano. Wij noemen dat stuk de grote vioolsonate, omdat Schuberts eerdere stukken voor deze combinatie kleine sonates, ofwel sonatines, zijn bedoeld voor huiselijk gebruik. Het eerste deel van de sonate in a, die u hierna gaat horen kent een prachtige typische Schubert-melodie, een lied zonder woorden, waarin viool en piano prettig lijken te converseren. Het tweede deel, presto heeft een uitbundigheid, die aan Beethoven doet denken. Het derde deel, andantino is een waarlijk onschuldige melodie, die evenwel toch een beetje uit de hand loopt en de finale, allegro vivace, is super uitbundig en rijk aan melodieën.

In zijn eigen tijd was Schubert alleen bekend vanwege zijn liederen en dan vooral in het wat lichtvoetige Biedermeier-genre, zoals die in vroeg 19e-eeuwse burgermanshuizen ten gehore werden gebracht. Wij denken bij de naam Schubert toch in de eerste plaats aan de romantische en eenzame outsider, die melancholie paart aan dramatiek en zelfverloochening. Pijn verlangen en nostalgie zijn net zo sterk als opgewektheid en troost, en wisselen elkaar soms in hoog tempo af. In 1824 verpakte Schubert deze gelaagdheid en zwaarte in zijn kamermuziek. Hij componeerde in korte tijd drie strijkkwartetten, die elk op zich een wereld van emoties herbergen, muzikaal uitgewerkt rond de meest schitterende melodieën. Het eerste van de drie kwartetten heeft de bijnaam ‘Rosamunde’, omdat Schubert in het langzame deel een melodie uit zijn eigen, gelijknamige balletmuziek gebruikt. Het openingsdeel allegro ma non troppo zet direct de melancholische toon met de wiegende begeleiding en de trieste hoofdmelodie. Beide delen zijn wonderen van dramtische zeggingskracht. In het derde en vierde deel laat Schubert de teugels wat vieren en horen we toch vooral de componist als architect van robuuste kamermuziek.

 

Samenstelling:
close
Om deze functionaliteit te gebruiken moet u zijn. Heeft u nog geen account, registreer dan hier.

Maak een account aan

Wachtwoord vergeten?

Heeft u nog geen account? Registreer dan hier.

Pas het wachtwoord aan