Thema | Concertzender | Klassiek, Jazz, Wereld en meer
Search for:
spinner

Thema

Oorgetuige #63: Trizna, het dodentrio. ‘Alles ter nagedachtenis aan jou…’, onze serie over Russische muziek van de 20ste eeuw. “Tolstoj zei: ‘Tsjajkovski is dood’ en twee enorme tranen rolden over zijn grote wangen.”

Sergej Rachmaninov componeerde het tweede van zijn ‘trio’s élégiaques’, in d kleine terts, naar aanleiding van Tsjajkovski’s dood in de herfst van 1893: “Al mijn gedachten, mijn kracht, waren erop geconcentreerd. Ik aarzelde bij elke fraze. Meer dan eens schrapte ik alles wat ik had geschreven en overwoog helemaal opnieuw te beginnen.” Rachmaninov speelde het jaar daarna in Moskou zelf de première met violist Julius Konjoes en cellist Anatoli Brandoekov. Vandaag hoort u het Oistrach Trio, dat in 1941 werd gevormd door violist David Oistrach, cellist Svjatoslav Knóezjevitski en pianist Lev Oborin (foto hieronder).

Het trio van Rachmaninov is vergelijkbaar met dat van Tsjajkovski ‘ter nagedachtenis aan een groot kunstenaar’ bij de dood van Nikolaj Rubinstein. Ook Tsjajkovski componeerde zijn trio in trance nadat hij het nieuws vernam van de dood van zijn grote vriend en voorbeeld. Hij begon een traditie die we door de muziekgeschiedenis van Rusland blijven tegenkomen. In de vorige uitzending hoorde u het Pianotrio van Goldenweiser bij de dood van Sergej Rachmaninov, en veel eerder al het trio van Arenski bij de dood van cellopedagoog Karl Davydov.

Sjos en SollertinskiIn 1944 componeerde Dmitri Sjostakovitsj zijn Tweede Pianotrio opus 67 ter nagedachtenis aan zijn grote vriend Ivan Sollertinski (hiernaast samen op de foto), die als 41-jarige zakelijk leider van het geëvacueerde Leningrads Filharmonisch Orkest op 11 februari in Novosibirsk overleed. Het stuk was op 13 augustus 1944 gereed en wekte meteen de belangstelling van Oistrach, Knoesjevitski en Oborin, die het zo snel mogelijk wilden uitvoeren. Maar de componist had de wereldpremière beloofd aan het Beethoven-Kwartet. Op 14 november 1944 speelden Dmitri Tsiganov en Sergej Zjirinski het met hem aan de piano in het inmiddels bevrijde Leningrad.
Over zijn Achtste Strijkkwartet zou Sjostakovitsj in 1960 aan penvriend Isaak Glikman schrijven: “Ik schreef een kwartet dat voor niemand enig nut heeft en dat ideëel een miskleun is. Ik dacht eraan dat na mijn dood waarschijnlijk niemand een werk ter nagedachtenis aan mij zal componeren. Daarom besloot ik zelf maar zo’n werk te schrijven.” Dat dit in 1975 niet nodig bleek, mag blijken uit de Oorgetuige die aan zijn dood is gewijd en waarvoor de gecomponeerde muziek de beschikbare twee uur ruimschoots overtreft…
BabadzjanjanZijn redenering past intussen evengoed op het Pianotrio dat Arno Babadzjanján (foto links) in 1952 componeerde: zijn intimi geloven dat de Armeen dit pianotrio, exact op de helft van zijn eigen leven, heel goed ter nagedachtenis aan zichzelf had kunnen schrijven. Luistert u naar violist David Oistrach, cellist Sjvatosláv Knoesjevítski en de componist aan de piano.
Alfred Schnittke gaf de drieklapper op eigen wijze vorm met zijn In Memoriam Stravinski, Prokofjev en Sjostakovitsj voor piano zeshandig uit 1979, dat het Trio Solotárjev speelt op drie bajanen.
Lev Oborin speelt hierna van Frédéric Chopin de Étude in e, opus 25 nr. 5, in een historische opname van 1943.
SjoelzjenkoPopulaire zangeressen zoals Lidia Roeslanova en Claudia (Klávdija) Sjoelzjénko (foto links) traden in de oorlog met veel succes op voor soldaten aan het front bij Leningrad met hits als Jerzy Peterburgski’s ‘Blauwe hoofddoekje’, ook beroemd als ‘De 22ste juni’. Claudia Sjoelzjenko zingt nu ‘Síni Plátotsjek’, blauw hoofddoekje.

volksliedDe onvoorstelbare snelheid waarmee Sjostakovitsj zijn Achtste Symfonie componeerde, die u in de vorige uitzending hoorde, was des te opmerkelijker omdat hij in deze tijd door een totaal andere opdracht in beslag werd genomen. Stalin had hem met Chatsjatoerjan aangewezen om mee te doen en leiding te geven aan de uniebrede wedstrijd voor een nieuw volkslied (hiernaast de winnende tekst, die sindsdien tot tweemaal toe enigszins aan de werkelijkheid moest worden aangepast). In totaal deden 40 schrijvers en 165 componisten mee. Tijdens de wedstrijd gaf Stalin de twee componisten ook nog eens de zeer verrassende opdacht om samen een kandidaat te componeren. Hij liet daarna beider composities en hun gezamenlijke werk tot de shortlist toe, samen met de composities van generaal Aleksandr Aleksandrov, de dirigent van het Koor van het Rode Leger (op de postzegel), en de Georgiër Iona Toeskija. Stalin hoorde met het Aleksandrovgehele politburo de vijf werken aan in het Bolsjoj-theater en neigde te kiezen voor de gezamenlijke compositie van Sjostakovitsj en Chatsjatoerjan, tot de eerste aangaf dat hij de gewenste aanpassingen kon aanbrengen in vijf dagen in plaats van drie maanden. Dat getuigde voor Stalin te weinig van respect voor de opdracht en zo werd de hymne van Aleksandrov het volkslied van de Sovjet-Unie. Op de foto neemt het Orkest van het Bolsjoj-theater onder leiding van Ári Pazovski de nieuwe sovjet-hymne op. Links concertmeester Isaak Zhuk.
BolsjojHymne
1. Sergej Vasiljevitsj Rachmaninov (1873–1943).
Trio élégiaque nr. 2 in d opus 9 (1893), ‘Ter nagedachtenis aan een groot kunstenaar’:
1) Moderato – Allegro vivace, 2) Quasi variazione: thema uit ‘De Rots’ met acht variaties, 3) Allegro risoluto – moderato.
Het Oistrach Trio: David Oistrach (1908-1974), viool. Svjatoslav Knoezjevitski (1908-1963), cello. Lev Oborin (1907-1974), piano.
Brilliant Classics 9101/10.
2. Dmitri Dmitrijevitsj Sjostakovitsj (1906–1975).
Pianotrio nr. 2 in e opus 67 (1944): 1) Andante – Moderato – Allegro – Poco più mosso, 2) Allegro con brio, 3) Largo, 4) Allegretto – Adagio.
Ljoebov Jedlina, piano. Rostislav Doebinski, viool. Valentin Berlinski, cello.
MEL CD 10 00980.
3. Arno Babadzjanjan (Jerevan 22.1.1921 – 11.11.1983).
Pianotrio in fis (1952): 1) Largo. Allegro espressivo, 2) Andante, 3) Allegretto vivace (opname 1953).
David Oistrach, viool. Sjvatosláv Knoesjevítski, cello. Arno Babadzjanjan, piano.
Doremi Legendary Treasures DHR 7820.
4. Alfred Schnittke (Engels 24.11.1934 – Hamburg 3.8.1998).
Hommage aan Stravinski, Prokofjev en Sjostakovitsj voor piano 6-handig (1979) in de bewerking voor bajaantrio.
Trio Solotarev: Germano Scurti, Walter di Girolamo en Dario Flammini, bajan.
Stradivarius STR 33652.
5. Frédéric Chopin (1810–1849).
Étude in e opus 25 nr.5: Vivace (1837).
Lev Oborin, piano (opname Moskou circa 1943).
Appian Publications & Recordings APR 5668.
6. Jerzy Peterburgski (1895–1979).
Het blauwe hoofddoekje (Синий Платочек).
Claudia Sjoelzjenko (1906-1984).
Bomba Piter CDMAN 384-09.
7. Aleksandr Vasiljevitsj Aleksandrov (1883–1946).
Staatshymne van de Sovjet-Unie. Tekst: Sergej Michajlkov, Gabriel el Registan.
Koor en Symfonieorkest Staatsacademisch Bolsjoj-theater olv. Joeri Simonov.
Boheme CDBMR 009166.
Met dank aan Valentin Zhuk.

Samenstelling:
close
Om deze functionaliteit te gebruiken moet u zijn. Heeft u nog geen account, registreer dan hier.

Maak een account aan

Wachtwoord vergeten?

Heeft u nog geen account? Registreer dan hier.

Pas het wachtwoord aan