Thema | Concertzender | Klassiek, Jazz, Wereld en meer
Search for:
spinner

Thema

wo 12 aug 2015 20:00 uur

Oorgetuige #85: De cellisten (3). ‘Alles ter nagedachtenis aan jou…’, onze serie over Russische muziek van de 20ste eeuw, is vandaag voor de derde maal gewijd aan de Russische celloschool.

Aleksandr Zagorinski en pianist Aleksej Sjmitov openen deze aflevering met de Suite voor cello en piano van Edison Denisov. Zagorinski werd in 1962 geboren in Moskou, waar hij in 1986 afstudeerde aan het conservatorium bij Natalja Sjachovskája (foto links en hieronder). Deze pupil van Semjon Kozolóepov won in 1962 de eerste prijs toen het Tsjajkovski-concours voor het eerst ook een wedstrijd uitschreef voor haar instrument, de cello. Zij volgde in 1974 aan het conservatorium Mstislav Rostropovitsj op toen hij naar het Westen vertrok.
Sjachovskaja2
De Armeniër Aram Chatsjatoerjan componeerde in 1961 een drieluik concert-rapsodieën met de viool, cello en piano. Leonid Kogan bracht in 1962 de aan hem opgedragen rapsodie voor viool en orkest in première; in 1964 deed Mstislav Rostropovitsj dat met de rapsodie in d klein voor cello, het instrument waarop ook de componist als kind had kennisgemaakt met de muziek. Hij dirigeert nu zelf het USSR Staatssymfonieorkest met deze rapsodie, waarin Natalja Sjachovskaja de soliste is. De opname werd in 1975 gemaakt in Moskou.
Andrej Esjpaj componeerde in 1966 zijn Concerto grosso als een soort strijdtoneel voor een kamerorkest in jazzband-bezetting met een symfonieorkest dat nagenoeg geheel uit virtuose solisten bestaat. Deze klus wordt geklaard door de leden van het USSR Groot Symfonieorkest onder leiding van Jevgeni Svetlanov.
Anders dan met Prokofjev, met wie hij al jong bevriend was, waren de banden van Rostropovitsj met Sjostakovitsj in eerste instantie vooral formeel. Het feit dat Sjostakovitsj zijn Eerste Celloconcert aan hem opdroeg was niet alleen een vriendschappelijk gebaar, maar vooral een blijk van professionele waardering voor de intussen befaamde vakman. Hij speelt dit concert met het USSR Staatssymfonieorkest en dirigent Gennadi Rozjdestvenki in een opname uit 1961.

Na zijn vijfde symfonie (1962) bracht Mieczysƚaw Weinberg een onderscheid aan in zijn symfonische werk tussen grotere ethische ideeën op tekst in een cantate-/oratoriumstijl en de abstracte muzikale onderwerpen in een kamermuziek-/privésfeer. De Zesde symfonie van 1963 hoort duidelijk bij de eerste categorie. Het vijfde Kinderliedje uit zijn opus 13 keert terug als ondubbelzinnige verwijzing naar de barbaarse moordpartij van de nazi’s bij Babi Jar. Shmuel Galkins gedicht over de “greppel van rode klei van kinderbloed” uit Sjostakovitsj’ Dertiende Symfonie, ‘Babi Jar’, wordt letterlijk geciteerd. Sjostakovitsj was zozeer onder de indruk van de Zesde Symfonie van zijn Poolse vriend dat hij het in de compositieklas, met Sviridovs Liederen van Koersk [Oorg. #86] en Brittens War Requiem. met regelmaat als lesmateriaal gebruikte. De gedichten in het tweede deel zijn ‘Kleine viool’ van de jiddische dichters Lev Kvitko (1890-1952) en ‘Een greppel werd in rode klei gegraven…’ van Shmuel Galkin (1897-1960) en ‘Slaap, mensen, rust’ van de socialistisch-realistische Michail Loekonin (1918-1976). Kirill Kondrasjin leidt het Moskous Symfonieorkest en het Jongenskoor van het Moskous Koorcollege; Joeri Oelanov is de solo-violist.
1. Edison Vasiljevitsj Denisov (Tomsk, 6.4.1929 – Parijs, 24.11.1996).
Suite voor cello en piano (1961): 1) Prelude, allegro, 2) Menuet, allegro moderato, 3) Andante, 4) Fuga, allegro giusto.
Aleksandr Zagorinski, cello. Aleksej Sjmitov, piano.
Etcetera KTC 1179.
2. Aram Iljitsj Chatsjatoerján (1903-1978).
Concerto-rapsodie voor cello en orkest in d klein (1964).
Natalja Sjachovskája (Moskou, 27.9.1935), cello. USSR Staatssymfonieorkest olv. de componist.
Melodija MEL CD 10 01839.
3. Andrej Jakovlevitsj Esjpaj (Kosmodemjansk 15.5.1925).
Concert voor orkest met solo-trompet, piano, vibrafoon en contrabas (Concerto grosso) (1966).
Anatoli Maksimenko, trompet. Pjotr Mezjaninov, piano. Boris Stepanov, vibrafoon. Rodjon Azarhin, contrabas en het USSR Groot Symfonieorkest olv. Jevgeni Svetlanov.
Albany TROY 341.
4. Dmitri Dmitrijevitsj Sjostakovitsj (1906-1975).
Concert voor cello en orkest nr. 1 opus 107 (1959): 1) Allegretto, 2) Moderato, 3) Cadenza en 4) Allegro con moto.
Mstislav Rostropovitsj, cello en het USSR Staatssymfonieorkest olv. Gennadi Rozjdestvenki.
Brilliant Classics 92771/5.
5. Mieczysƚaw Weinberg (1919-1996).
Symfonie nr. 6 in a klein opus 79 voor jongenskoor en groot symfonieorkest op gedichten van Lev Kvitko, Shmuel Galkin en Michail Loekonin (1959): 1) Adagio sostenuto, 2) Allegretto, 3) Allegro molto, 4) Largo, 5) Andantino.
Jongenskoor van het Moskous Muziekcollege en Moskous Symfonieorkest olv. Kirill Kondrasjin. Joeri Oelanov, viool.
Met dank aan Dmitri Ferschtman.

Samenstelling:
close
Om deze functionaliteit te gebruiken moet u zijn. Heeft u nog geen account, registreer dan hier.

Maak een account aan

Wachtwoord vergeten?

Heeft u nog geen account? Registreer dan hier.

Pas het wachtwoord aan