Componisten/uitvoerenden: Henry Purcell | John Blow | John Bull | John Dowland | William Byrd
Opnametechniek: Frans de Wolff
Meestal speelden de Engelsen een bescheiden rol in de muziekgeschiedenis. Maar rond 1600 was hun klavecimbelmuziek wereldberoemd.
De Franse organist en klavecinist Benjamin Alard stort zich hier op twee generaties Engelse componisten. De eerste generatie was werkzaam in de late zestiende en vroege zeventiende eeuw. Deze generatie is zo bekend geworden dat ze een naam kreeg: de Virginalisten, naar het virginaal, een type klavecimbel dat in Engeland veel bespeeld werd. Ze schreven van alles, van liedvariaties tot serieuze fantasieën. Zonder de Virginalisten was de muziek van onze nationale componist Sweelinck niet denkbaar geweest – om maar eens wat te noemen.
Een kleine eeuw later en de Engelsen zijn hun leidende positie kwijt. Nu is het hun beurt om vooral Franse en Italiaanse muziek op te nemen. Maar dat betekent niet dat ze geen genieën hebben. Henry Purcell weet met die invloeden te toveren en creëert een prachtige stijl – niet Frans, niet Italiaans, zelfs niet per se Engels, gewoon Purcell. Hij schrijft van alles – een opera, cantates, vioolmuziek en dus ook klaviermuziek. Die hoor je niet zo heel veel, maar Alard zet hier voor ons twee suites en twee losse stukken op de lessenaar. En nog wat werk van John Blow, tijdgenoot en leermeester van Purcell.