Componisten/uitvoerenden: Benjamin Britten | Frederick Delius | Gustav Holst | Joseph Haydn
Opnametechniek: Kees Bijl
Het eiland loopt muzikaal vaak uit de pas met het continent. Maar dat wil niet zeggen dat de Britten niet muzikaal zijn!
Of het echt door de liggen van Groot-Brittannië komt weten we niet, maar de gedachte ligt voor de hand. De zee werpt een fysieke, maar vooral ook een psychische barrière op waardoor de Britten minder bezig zijn met wat er op het continent gebeurt. De ene keer zijn ze daar trots op en koesteren ze hun aparte stijl, de andere keer schamen ze zich daarvoor en storten de Britten zich massaal op de Europese muziek. In elk geval maken ze zelden zelf de dienst uit: dat gebeurde alleen rond 1400, en daarna weer in de jaren zestig met de Britse popmuziek.
In dit programma, dat meer Brittannië dan Continent is, beginnen we met Haydn. Hij vereerde Londen in de jaren 1790 met een bezoek. Wat heet: zijn laatste, allermooiste en bijzonderste symfonieën schreef hij in en voor Londen! We zouden daarom bijna vergeten dat hij er ook nog andere muziek publiceerde. Zijn Trio voor twee fluiten en cello is vooral bedoeld voor de amateurmarkt: niet al te gecompliceerde muziek die in huiselijke kring kan worden uitgevoerd en waarbij het belangrijkste publiek de muzikanten zelf zijn. Maar Haydn blijft natuurlijk wel Haydn, dus zijn deze stukken in hun relatieve eenvoud net zo sprankelend als zijn andere muziek en bij vlagen ook revolutionair.
Verder horen we Britse muziek uit de twintigste eeuw. Vooral veel Britten, want wie anders er mag bij onze westerburen aanspraak maken op de titel ‘componist van de eeuw’? We leren hem kennen van een ongebruikelijke kant in zijn Insect pieces, waarin de sprinkhaan en de wesp worden verklankt. Ook Gustav Holst, componist van The planets en andere zeer groots opgezette werken, horen we zoals we hem nog niet kenden: als componist van een vederlicht, basloos Trio voor fluit, hobo en altviool.