Componisten/uitvoerenden: Antonín Dvorák | Bohuslav Martinû | Edvard Grieg | Erwin Schulhoff | Franz Liszt | Viktor Ullmann
Opnametechniek: Cees Sterrenburg
Gecomponeerde muziek die zich op volksmuziek baseert was al in de negentiende eeuw een grote rage. In de twintigste eeuw kreeg dit gebruik een tweede leven.
Componisten als Grieg, Liszt en Dvořák bestormden de wereld met hun volkse romantiek. Zij monteerden elementen uit hun eigen volksmuziek in het idioom van de stadse ‘kunst’muziek en schiepen zo op voorbeeldige wijze een nieuwe stijl. De reden ervoor was nationalistisch: een componist uit Noorwegen, Hongarije of de Bohemen wilde de typisch Duitse romantiek niet klakkeloos overnemen, maar er zijn eigen draai aan geven. Niettemin wisten ze met deze lokaal gekleurde muziek de hele wereld te veroveren.
In de twintigste eeuw was de romantiek uit de mode. Maar zeker voor Midden-Europese componisten was dat geen moment om te stoppen met de volksmuziek. Ze ontdekten nu een andere kant van de volksmuziek: de vreemde melodieën, de ingewikkelde ritmes, soms zelfs het gebruik van microtonen. De Karpaten en de Balkan bleken een goudmijn voor het opkomende modernisme.
In dit concert horen we bewerkte Tsjechische volksliederen – en muziek die daarop gebaseerd is. Componisten annex bewerkers zijn bekende namen als Schulhoff en Martinů. Het is een concert van de kleine kaart: in minder dan een uur passeren 27 werkjes de revue.