Putten uit een zeer rijke schat.
Claudio Monteverdi? Ja, die kon er wat van. In zijn lange leven hield hij zich met de meeste genres bezig die de muziek van toen te bieden had, en in alle genres blonk hij uit. Hij verdiende zijn sporen in de kerkmuziek, in de opera (destijds een spiksplinternieuw genre) maar toch vooral in het madrigaal.
Het madrigaal heeft Monteverdi zijn hele leven beziggehouden. En wat meer is: hij heeft het genre een nieuwe tijd in geloodst. Tijdens Monteverdi’s lange leven ging de renaissance, de stijl van zijn jeugd, langzaam teloor om plaats te maken voor iets heel nieuws: de barok. Teksten moesten verstaanbaar worden voorgedragen en instrumentale begeleiding werd (net als puur instrumentale muziek) veel belangrijker dan voorheen. Het madrigaal, een meerstemmige vocale compositie, leek ten dode opgeschreven. Maar ziedaar, Monteverdi vond een barok madrigaal uit waarin één of twee stemmen de tekst voordroegen en instrumenten voor begeleiding zorgden.
In dit concert horen we nog de madrigalen-oude stijl, die Monteverdi op jongere leeftijd schreef. La Venexiana maakt een selectie uit madrigalen van het tweede, vierde en vijfde boek (in totaal schreef de componist er acht). De teksten zijn Italiaans, vaak van Petrarca of andere grote dichters, en draaien vooral om ach en wee in de liefde. Elk woord dat zich daarvoor leent wordt muzikaal uitgebeeld. De muzikale vreugde bij het samenzingen is tastbaar als altijd.