Componisten/uitvoerenden: Benjamin Britten | Ernst Reijseger | Robert Schumann
Opnametechniek: Kees Bijl
Waar je Ernst Reijseger vindt, vind je gekte. En controle. En muziek.
Ernst Reijseger is een bekende naam in de Nederlandse avant-gardemuziek, zowel op het klassieke front als bij de jazz. Hij gebruikt zijn cello voor van alles en nog wat. Toch is het hem niet louter te doen om herrie maken. In tegenstelling tot veel andere mensen uit die hoek houdt Reijseger de grenzen van de muziek altijd in de gaten. Welk geluid hij ook maakt, het moet wel vorm hebben. Maar wat voor vorm? Dat is elk stuk weer gissen. De ene keer krijgen we een stuk voor twee celli – de ene gestreken, de andere geplukt. In een ander stuk gebruikt hij zijn cello – in zijn eigen woorden – als percussie-instrument.
Reijseger neemt voor dit concert twee musici mee. De een is zijn klassiek geschoolde vakgenote Larissa Groeneveld, de ander is pianist Frank van de Laar. Aan het begin komen ze nog zonder Reijseger aan bod in werken van Britten en Schumann die elke rechtgeaarde cellist kent.