Search for:
spinner

Geniale Muziekvrienden

ma 28 okt 2019
Thema: Klassiek

Deel VI

Door Thijs Bonger

In de vorige nieuwsbrief besteedde ik uitgebreid aandacht aan Mozarts hoopvolle reis naar Berlijn en wat hij onderweg allemaal meemaakte. Hij reisde terug naar Wenen met in zijn binnenzak een paar compositieopdrachten van de cello spelende Pruisische koning. Die bestelde zes kwartetten, op maat gesneden: met een hoofdrol voor zijn eigen cello. Moeizaam voor Mozart, die tijdelijk moest afleren alle vier de instrumenten een gelijkwaardige rol te bezorgen. Aan het eerste ‘cellogerichte’ kwartet, KV 575 was Mozart waarschijnlijk al begonnen tijdens de terugreis van Berlijn. Er was haast bij de reeks kwartetten voor de koning te voltooien, want het beloofde honorarium was voor Mozart van levensbelang. Dat kunnen we tenminste opmaken uit een reeks bedelbrieven aan een vriend. Daarin staat ook dat zijn vrouw Constanze ziek was en moest gaan kuren, wat ook weer bakken met geld kostte. En Mozart leefde op te grote voet.

Cello zingt het hoogste lied
In mei 1790 voltooide Mozart een tweede kwartet voor de koning, KV 589. En een maand later nummer drie, KV 590. In alle drie die kwartetten mag de cello het hoogste lied zingen. Want zo had Zijne Majesteit het nu eenmaal graag. Toch – en dat is het knappe van Mozart – komen de andere instrumenten er allesbehalve bekaaid vanaf. Zo heeft de altviolist vaak zijn handen vol aan zijn partij. Misschien dat daarom de uitgever die kwartetten voor de koning heeft voorzien van de titel ‘Concertante kwartetten’. Dat was in die tijd een vrij populair genre, waarin de 1e viool het voor het zeggen had. Ze noemden zo’n mini-vioolconcert ook wel Quatuor Brillant. Ook Paganini en Spohr hebben er een stel geschreven, als etalage voor hun violistisch kunnen. Het tragische is dat Mozart van de zes kwartetten die de koning had besteld er uiteindelijk maar drie voltooide. En dat die drie de koning nooit bereikten omdat acute geldnood Mozart dwong om ze voor een habbekrats aan een uitgever te verpatsen. En dat lag allemaal aan zijn dreigende burn-out, zijn eigen broze gezondheid en die van zijn vrouw. In de finale van het kwartet KV 590 zit een thema dat Haydn een paar jaar later gebruikte in zijn 39e pianotrio in G. Dat schreef hij in 1795, tijdens zijn tweede zegentocht naar Engeland. En dat Mozartcitaat was waarschijnlijk bedoeld als hommage aan zijn dierbare vriend die inmiddels alweer vier jaar dood was.

Haydns vriendin
Haydn droeg dit trio op aan een goede pianiste, Rebecca Schroeter. Rebecca was een aantrekkelijke, 40-jarige weduwe aan wie Haydn pianoles gaf. Er zijn een aantal van haar brieven aan hem bewaard gebleven en die winden er geen doekjes om: ‘Liefste, ik vond het afschuwelijk dat we gisteren zo plotseling afscheid moesten nemen. Ons gesprek was fascinerend en ik had nog duizenden lieve dingen, tegen je willen zeggen. Mijn hart zat – en zit – vol tederheid voor jou, maar woorden kunnen niet half zeggen hoeveel ik om je geef. Ik ga je elke dag liever vinden. Ik kan eenvoudigweg pas gelukkig zijn als ik je weer zie. Zeg me alsjeblieft wanneer je weer komt’. Haydn was al een eindje in de zestig en zeker niet moeders mooiste. Daarom was hij verbaasd over zoveel vrouwelijke aandacht. Want Rebecca was niet de enige. Helaas zijn Haydns brieven aan Rebecca niet bewaard gebleven. Maar hij heeft later wel iets gezegd over zijn verhouding met haar. Hij had het over: ‘Een Engelse weduwe in Londen, die verliefd op me was. Ze was een mooie en charmante vrouw en ik had graag met haar willen trouwen als ik op dat moment vrij was geweest’. Haydn was inderdaad voor de wet nog steeds was getrouwd met een foeilelijke, godsdienstwaanzinnige vrouw met wie hij niet door één deur kon en die hem ontrouw was.

Zigeunermuziek
Dit 39e pianotrio, dat Haydn dus schreef voor zijn vriendin Rebecca, wordt nog steeds erg vaak gespeeld. Dat ligt vooral aan de bijzondere finale. Omdat Haydn een groot deel van het jaar doorbracht in het Esterhazypaleis, in the middle of nowhere op de Hongaarse poesta, hoorde hij geregeld rondtrekkende zigeunerorkestjes spelen. En hij was dermate gefascineerd door hun ritmisch vrije en improviserende manier van muziek maken, dat hij een aantal malen probeerde in die stijl te componeren. In strijkkwartetten, en een pianoconcert, maar ook in dit trio. In Engeland kenden ze eigenlijk geen zigeuners, dus deze muziek sloeg in als een bom. Haydn werd daar vereerd – en betaald – als een popster.

Mozarts populariteit daalde
Terug naar toen Mozart nog in leven was en het bergafwaarts ging met zijn populariteit in Wenen. Waar lag dat aan? We kunnen in die kwartetten voor de koning horen dat zijn stijl van componeren en zijn idioom aan het veranderen was. In de jaren vóór 1789 schreef hij vrijwel altijd muziek, zoals hij zelf zei: ‘für Kenner und Liebhaber’. Maar in het laatste deel van zijn carrière komen, ruwweg gesproken – want er zijn uitzonderingen – de kenners meer aan hun trekken dan de wat minder onderlegde liefhebbers. Mozarts stijl wordt steeds meer sophisticated. Hij blijft op zoek naar nieuwe uitdagingen en experimenteert dan ook veel. En Mozarts kennismaking met de ingenieus gecomponeerde muziek van Bach en Händel laat ook zijn sporen na. In de vorige nieuwsbrief konden we lezen dat hij tijdens zijn reis naar Berlijn een paar dagen Leipzig aandeed en daar improviseerde op Bachs orgel. Ook hoorde hij daar waarschijnlijk een Motet van Bach door het Thomanerchor. Die indrukken vonden hun weg in nieuwe composities.

Makkelijk en moeilijk
Van de koning van Pruisen had hij ook opdracht gekregen om zes makkelijke pianosonates te schrijven voor diens dochter. Mozart begon er meteen aan zodra hij terug was in Wenen. Maar men denkt dat hij al componerend het woord ‘makkelijk’ in de koninklijke opdracht totaal was vergeten. Want het begin van die sonate – het gaat om zijn allerlaatste, KV 576 – klinkt met zijn hoornsignaal wel bedrieglijk eenvoudig, maar al heel gauw horen we de nog verse Bachindrukken erin door. Linker- en rechterhand opereren sterk onafhankelijk. Het verstilde langzame deel is voorzien van een mineurgedeelte waar je hart van samenknijpt. Ik heb zo’n idee dat Beethoven hier maar al te goed naar heeft geluisterd. Deze sonate heeft – net als de strijkkwartetten – de koning waarschijnlijk nooit bereikt. Maar stel dat dat wel was gebeurd, dan had ik diep medelijden gehad met de prinses die dit moest gaan uitvoeren. Want de finale zit ook weer zo vol Bach-achtig contrapunt, met handen die zich niks van elkaar mogen aantrekken, dat de meeste pianisten deze sonate zien als de allermoeilijkste die Mozart ooit heeft geschreven. Alle muziek die in dit in dit artikel genoemd wordt kunnen we horen in deel XII van de reeks uitzendingen over de ‘Geniale Muziekvrienden’. Dit is de link:

Reageren? Stuur een mailtje naar Thijs Bonger.

Luisteren
Geniale Vrienden, dinsdag 5 november van 20 tot 21 uur.