Aflevering 1431. In deze Bachweek horen we cantates met hoge BWV-nummers, vaak onvolledige werken. Vandaag beginnen we met een reconstructie van cantate “Vergnügte Pleißenstadt” BWV 216. Deze cantate schreef Bach voor een bruiloft in 1728.
De cantate “Vergnügte Pleißenstadt” werd geschreven voor het huwelijk van de Leipziger koopman Johann Heinrich Wolff met Susanna Regina Hempel, afkomstig uit Zittau aan de Neiße.
Van deze dialoogcantate zijn slechts een tekstboekje en vocale partijen voor een sopraan en een alt overgeleverd.
Bach heeft de muziek van BWV 216 later hergebruikt voor de seculiere huldigingscantate “Erwählte Pleißenstadt” voor de Leipziger gemeenteraad, BWV 216a; een reconstructie daarvan ondernam Alexander Grychtolik, met een alt en een tenor als vocale solisten, in de rol van de goden Mercurius en Apollo.
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
1. Cantate “Vergnügte Pleißenstadt” BWV 216a (reconstructie), geschreven voor een bruiloft op 5 februari 1728
– I. Erwählte Pleißenstadt (Duetto)
– II. Ihr Städte, die man in der Welt (Recitativo)
– III. Angenehmes Pleiß-Athen
– IV. Nicht die Gelehrsamkeit allein (Recitativo)
– V. Mit Lachen und Scherzen
– VI. Drum ist gewiss (Recitativo)
– VII. Heil und Segen (Duetto)
Franz Vitzthum, altus. Daniel Johannsen, tenor. Deutsche Hofmusik olv Alexander Grychtolik
(cd Angenehme Melodei: Huldigungskantaten BWV 216a & 210a, Deutsche Harmonia Mundi 88985410522, 2017)
Lees hier meer over cantate BWV 216.
2. uit cantate “Wo soll ich fliehen hin”, BWV 5
– Aria – Ergieße dich reichlich (arr. voor altviool)
Antoine Tamestit, altviool. Masato Suzuki, klavecimbel
3. Ouverture nr. 3 in D-groot, BWV 1068
-I Ouverture
-II Air
-III Gavotte 1 & 2
-IV Bourrée
-V Gigue
Zefiro olv. Alfredo Bernardini
4. uit cantate “Herr Jesu Christ, Wahr’ Mensch Und Gott”, BWV 127:
– Aria “Die Seele Ruht In Jesu Händen”
Dorothée Mields, sopraan. Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe
