De wandeling | Concertzender | Klassiek, Jazz, Wereld en meer
Search for:
spinner

De wandeling

di 24 nov 2020 19:00 uur
Componist: César Cui

Vandaag het eerste deel met werken van César Cui

 

Deze aflevering van De Wandeling staat in het teken van het minst bekende lid van het ‘Machtige Hoopje’ – een groep van vijf belangrijke Russische componisten die zich in de jaren 1865-1870 inzetten voor nationalistische muziek. De bekendste namen uit het groepje zijn Nikolaj Rimsky-Korsakov, Modest Moessorgski en Alexander Borodin. Al iets minder bekend is de initiatiefnemer Mili Balakirev, maar ronduit obscuur is het vijfde lid: César Cui.

César Antonovitsj Cui werd in 1835 geboren in Vilnius. Hij was de zoon van een Franse officier uit het leger van Napoleon die na diens terugtocht uit Moskou achterbleef in Litouwen en trouwde met een Litouwse. In 1851 verhuisde Cui naar St. Petersburg waar hij eerst voor ingenieur studeerde en daarna werd aangenomen aan de militaire academie. Hij werd expert op het gebied van fortificaties. Hij gaf les aan diverse leden van het huis Romanov, waaronder aan de latere tsaar Nicolaas II.

Naast zijn militaire werkzaamheden, toonde hij ook grote belangstelling voor muziek. Al op zijn veertiende schreef hij zijn eerste korte composities, en in 1856 kreeg hij les van de eerdergenoemde Mili Balakirev.

Cui was in zijn tijd vooral bekend als muziekcriticus. Tussen 1864 en 1918 schreef hij zo’n 800 artikelen over muziek voor Russische en Europese kranten en andere publicaties. Merkwaardig genoeg was hij in zijn geschriften in eerste instantie een groot voorstander van de Russische nationale stijl van de andere leden van het Machtige Hoopje, terwijl hij zichzelf niet aan die aanpak hield. Hij gaf hiervoor als verklaring dat er bij hem geen Russisch bloed door de aderen stroomde, maar Frans en Litouws. Cui’s stijl lijkt meer op die van Robert Schumann of Charles Gounod.

Cui werd als componist het bekendst door zijn opera’s (hij schreef er elf) en door zijn liederen. Tijdgenoten als Rimsky-Korsakov vonden hem niet bovenmatig getalenteerd, vooral niet in werken met grote bezetting. Hij was ook geen geweldig orkestrator. In instrumentale miniaturen en liederen kon hij beter uit de voeten.

 

  1. César Cui: Suite voor piano, Op. 21.
    Christoph Deluze, piano
  2. César Cui: Vioolsonate, Op. 84.
    Elizaveta Gilels, viool; Emil Gilels, piano
  3. César Cui: Deux morceaux voor cello en orkest, Op. 36.
    Steven Isserlis, cello; The Chamber Orchestra of Europe olv. John Eliot Gardiner
  4. César Cui: 3 Poesjkin-liederen (‘Als het leven je zou teleurstellen’, ‘De verbrande brief’ en ‘Het plezier van mijn wilde jaren’).
    Nicolai Gedda, tenor; Eva Pataki, piano
  5. César Cui: 2 liederen (‘Jij en u’ en ‘Een fonteinbeeld in Tsarskoyre Selo’).
    Olga Borodina, mezzo-sopraan; Larissa Gergieva, piano

 

Samenstelling:
close
Om deze functionaliteit te gebruiken moet u zijn. Heeft u nog geen account, registreer dan hier.

Maak een account aan

Wachtwoord vergeten?

Heeft u nog geen account? Registreer dan hier.

Pas het wachtwoord aan