Dwarsliggers & Buitenbeentjes | Concertzender | Klassiek, Jazz, Wereld en meer
logo
Search for:
spinner

Dwarsliggers & Buitenbeentjes

za 8 jul 2023 15:00 uur
Componisten/uitvoerenden: Billy Strayhorn | Duke Ellington

Vandaag wederom aandacht voor de c.d. Portrait of Duke Ellington, opgenomen in mei 1989 door The Concert Jazzband o.l.v. Henk Meutgeert. Op de lessenaars: louter arrangementen van Rob Pronk (1928—2012).

 

Arrangeur Rob Pronk maakt tegendraadse keuzes bij zijn aanpak van Ellington composities

Deze  c.d. is destijds geproduceerd als een soort relatiegeschenk van de NOS, en nooit via een regulier label op de markt gekomen. Daardoor is deze c.d. buitengewoon zeldzaam geworden. In de winkel, op beurzen of via internet kom je hem vrijwel nooit tegen. Ik heb deze c.d. mogen lenen van een van de leden van de trompetsectie van deze unieke big band, Jarmo Hoogendijk, die jammer genoeg maar één solo toebedeeld heeft gekregen (in Creole Love Call; in deze uitzending te horen).

 

Nadat ik in de vorige uitzending al aandacht aan deze bijzondere c.d. heb besteed, komen vandaag de resterende stukken aan bod.

Om het schrijfwerk van Rob Pronk op zijn merites te kunnen beoordelen laat ik in deze uitzending ook een aantal keren de versies van Duke Ellington zelf opdraven. Het vroegste werk, dat ik laat horen is de oerversie van Creole Love Call, opgenomen  in oktober 1927 (in Camden, N.J.). Deze opname is inmiddels bijna 100 jaar oud (!), maar de muziek doet nog steeds heel levendig aan; al kun je wel horen dat de muzikanten af en toe  nogal behoedzaam te werk gaan, omdat alles in een keer foutloos gespeeld moest worden (het knip- en plakwerk waarmee tegenwoordig aan l.p.’s en c.d.’s wordt gewerkt moest nog uitgevonden worden).

Ik laat vervolgens een wat onbekendere versie horen, die –bijna dertig jaar later!–   door het Ellington orkest in februari 1956 (Chicago) voor het kleine Bethlehem-label is opgenomen, te vinden op de l.p. Historically Speaking—The Duke.

En ook de allerlaatste versie die Ellington heeft vastgelegd, in december 1973 in het Congress Theatre in de Engelse badplaats Eastbourne, mocht niet ontbreken. Van de frisheid en de glorie van die versies uit 1927 en 1956 is hier niet veel over; de piano-introductie door Ellington klinkt onbeholpen, en de orkestklank komt nogal rafelig over, maar de geest van Ellington is nog steeds springlevend: als de klarinettist Russell Procope door een piepend riet wordt gekweld dan maakt de sardonische Ellington daar weer een theatraal momentje van door keihard vanachter de vleugel te roepen: “I like that; one more time!” Russell Procope (1908—1981) was woest toen hij ontdekte dat juist de versie met het piepende riet op de l.p. terecht was gekomen, terwijl er nota bene op diezelfde dag ook een versie was vastgelegd met een onberispelijke klarinetsolo.

Na deze drie versies van Creole Love Call door het orkest van Duke Ellington wordt het tijd voor de interpretatie van Rob Pronk. Arrangeur Rob Pronk heeft het klarinettenkoortje gehandhaafd, maar hij heeft de solo van de trompettist Bubber Miley uit 1927 tot uitgangspunt genomen voor een robuust georkestreerde koperpartij. De solistische uitweidingen van de trombonist Bart van Lier kunnen zich moeiteloos meten met het werk van de legendarische Ellington-trombonisten, en ook de jeugdige hemelbestormer Jarmo Hoogendijk blijft temidden van al dat kopergeweld kaarsrecht overeind.

 

Heel apart: composities van Duke Ellington door een big band met twee gitaristen

Vervolgens laat ik Such Sweet Thunder horen, het majesteitelijke openingsstuk van de gelijknamige 12-delige suite, die Ellington in opdracht van het Canadese Shakespeare Festival in Stratford (Ontario) heeft geschreven.

Ik heb dit stuk uitgekozen, omdat Rob Pronk er voor de Concert Jazzband ook een versie van heeft vervaardigd –dat wordt althans tot drie maal toe hardnekkig beweerd in het drukwerk dat deze cd begeleidt—maar in werkelijkheid gaat het om The Star-Crossed Lovers, deel 9 van de Such Sweet Thunder-suite.

Het pikante aan deze uitvoering  is de keuze door Rob Pronk voor de baritonsax als solo-instrument (bespeeld door Herman Schoonderwalt), terwijl het door Ellington Johnny Hodges op het lijf was geschreven.

Dit stuk zou al gauw een van de grote solo-vehikels worden voor een van de stersolisten uit het Ellington-orkest, de altsaxofonist Johnny Hodges. Daarom laat ik ook nog even een live-versie horen opgenomen tijdens een concert in het Olympia Theater in Parijs (februari 1963).

 

Speellijst

 

  1. Duke Ellington Orchestra: Creole Love Call (1927)
  2. Duke Ellington Orchestra: Creole Love Call (1956)
  3. Duke Ellington Orchestra: Creole Love Call (1973)
  4. Concert Jazz band o.l.v. Henk Meutgeert: Creole Love Call; arrangement: Rob Pronk (mei 1989)
  5. Duke Ellington Orchestra: Such Sweet Thunder (1957)
  6. ConcertJazzband o.l.v. Henk Meutgeert: The Star-Crossed Lovers; arrangement: Rob Pronk (mei 1989)
  7. Duke Elligton: Orchestra: The Star-Crossed Lovers (februari 1963)

 

Vervolgens een blokje van vier stukken die afkomstig zijn van de c.d. Portrait of Duke Ellington door The Concert Jazzband:

 

  1. All too soon (Frans Elsen, piano solo; geen orkest te bekennen!)
  2. Prelude to a kiss (duet van de gitaristen Wim Overgaauw en Eef Albers!!!)
  3. Mood Indigo (door The Concert Jazzband)
  4. It don’t mean a thing (door The Concert Jazzband; solisten: Frans Elsen (piano)

en Dick Vennik (tenorsax)

 

Van het stuk U(pper) M(anhattan) M(edical) G(roup) twee versies:

 

  1. Duke Ellington Orchestra + Dizzy Gillespie (trompet) (februari 1959)
  2. Concert Jazzband o.l.v. Henk Meutgeert (solist: Ferdinand Povel (altsax))

 

 

 

Tot besluit:

 

  1. Direct Entry, compositie en arrangement: Rob Pronk (opgedragen aan Duke

Ellington) (solisten: Frans Elsen (piano) en Eef Albers (gitaar))

  1. Lotus Blossom (Duke Ellington (piano), Aaron Bell (bas) en Harry Carney

(baritonsaxofoon), New York, 1 september 1967)

 

Epiloog

 

Helaas was er aan het eind van deze overladen uitzending geen tijd meer om deze versie van Lotus Blossom volledig te laten horen, waardoor u de solo van Harry Carney heeft moeten missen.

 

Het stuk Lotus Blossom, gecomponeerd door Duke’s alter ego Billy Strayhorn (1915—1967), wordt na diens vroegtijdige overlijden een vast nummer op de programma’s van het Ellington orkest. Aan het slot van vrijwel ieder optreden komt de onnavolgbare piano-player met een solo-versie van deze ontroerende ballad op de proppen.  “That is what he most liked to hear me play”, was de uitleg van Ellington.

Bij de aanvang van de optredens van het Duke Ellington Orkest klonk ook altijd een stuk van Billy Strayhorn: Take the A train!

Samenstelling & presentatie:
close
Om deze functionaliteit te gebruiken moet u zijn. Heeft u nog geen account, registreer dan hier.

Maak een account aan

Wachtwoord vergeten?

Heeft u nog geen account? Registreer dan hier.

Pas het wachtwoord aan