Aflevering 1407. In deze Bachweek horen we cantates voor een onbekende gelegenheid in 1734, en cantates voor een bepaalde zondag in 1732 en 1735. Vandaag beginnen we met de koraalcantate “In allen meinen Taten” BWV 97, geschreven voor een onbekende zondag in 1734.
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
1. Koraalcantate “In allen meinen Taten” BWV 97, geschreven voor een onbekende zondag in 1734
– In allen meinen Taten (Chorus)
– Aria Nichts Ist Es Spat Und Fruhe (Bass)
– Recitative Es Kann Mir Nichts Geschehen (Tenor)
– Aria Ich Traue Seiner Gnaden (Tenor)
– Recitative Er Wolle Meiner Sunden (Alto)
– Aria Leg Ich Mich Spate Nieder (Alto)
– Duet Hat Er Es Denn Beschlossen (Soprano, Bass)
– Aria Ihm Hab Ich Mich Ergeben (Soprano)
– Chorale So Sei Nun, Seele, Deine (Chorus)
Monika Mauch, sopraan. Ruth Sandhoff, alt. Daniel Johannsen, tenor. Klaus Mertens, bas. Koor en orkest van de J.S. Bach-Stiftung olv. Rudolf Lutz
Lees hier meer over cantate BWV 97.
2. Sonate in C-groot, BWV 1005 (arr.: Kersten McCall)
-I Adagio
-II Fuga
-III Largo
-IV Allegro assai
Kersten McCall en Mariya Semotyuk, dwarsfluit. Julie Moulin en María Cristina González, altdwarsfluit
3. Passacaglia in c-klein, BWV 582
Jangoo Chapkhana, orgel
4. uit cantate “Nach Dir, Herr, Verlanget Mich”, BWV 150:
-V. Aria “Zedern Müssen Von Den Winden”
Vox Luminis olv. Lionel Meunier
Op foto: Bach-gedenkbeeld voor de Thomaskirche Leipzig (foto: Andreas Schmidt)
