Een nieuw jaar, een nieuwe eeuw.
In Sanssouci draaien we meestal muziek uit het midden en einde van de achttiende eeuw. De ene keer hoort u de zonen van Bach met hun zorgeloze pruikstaartmuziek, de andere keer hoort u de meesterwerken van Haydn en Mozart. Maar de klassieke periode loopt langer door, zeker tot 1820.
Deze laat-klassieke periode is tot nu toe onderbelicht gebleven. In deze aflevering gaan we daar eens verandering in brengen. We laten vier composities horen die, allemaal op hun manier, het begin van de nieuwe eeuw tekenen.
De belangrijkste stijl van deze tijd was de zogenaamde briljante stijl. Instrumentale virtuozen werden meer en meer bewonderd. Piano- en vioolconcerten kregen vaak het karakter van showstukken waarin de solist duizelingwekkend moeilijke loopjes voor zijn kiezen kreeg en waarin opera-achtige effecten niet geschuwd werden.
De aartsvader van deze stijl is pianist en componist Johann Nepomuk Hummel, zonder meer de bekendste componist van zijn tijd en vaak beschouwd als de grote opvolger van Mozart. Zijn pianoconcerten duren vaak meer dan een halfuur. Om de anderen ook nog wat tijd te gunnen draaien we hier een Concertino van hem – letterlijk een klein concert, waarvan de proporties iets korter zijn.
Van een ander kaliber is de muziek van John Field. Deze Ierse pianist liet zich liever van zijn gevoelige kant zien. Zijn belangrijkste uitvinding is de nocturne – een genre waarmee Chopin later wereldberoemd zou worden. Field werd zou een belangrijke bruggenbouwer tussen de klassieke stijl en de romantiek.
Maar de belangrijkste componist uit deze tijd is natuurlijk Beethoven. Enerzijds is hij een vreemde eend in de bijt. Zijn werk lijkt in bijna niets op de briljante stijl van zijn boven beschreven tijdgenoten. Anderzijds was hij evengoed een kind van zijn tijd: een componist op de drempel van ancien en nouveau régime, van adel en burgerdom, van de componist-als-ambachtsman en de componist-als-kunstenaar. En hoewel het grote publiek zijn muziek niet altijd begreep, kwamen liefhebbers in groten getale naar de concertzaal als er weer een nieuwe symfonie van Beethoven te horen was. We horen in dit programma zijn Vierde symfonie – nu de minst gespeelde, destijds juist een van de favorieten onder het concertbezoekend publiek.
Afspeellijst
1. Johann Nepomuk Hummel – Concertino in G, opus 73
2. Ludwig van Beethoven – Symfonie nr. 4 in Bes, opus 60
3. John Field – Nocturne nr. 4 in A
Uitvoerenden
1. Solamente Naturali Bratislava o.l.v. Didier Talpain; Allessandro Commellato (piano)
2. Concentus Musicus Wien o.l.v. Nikolaus Harnoncourt
3. Benjamin Frith (piano)